Chapitre 2: 1 havo, oh c'est bon!
1 / 18
Lesson duration is: 25 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat weet je over het regelmatige werkwoord op -er?
Slide 2 - Mind map
schrijf het rijtje van'parler' op:
Slide 3 - Open question
Remplis le verbe:
Vous (aider)..............ma copine?
Vous (aider)..............ma copine?
Slide 4 - Open question
Remplis le verbe:
Tu (demander)...........le menu du jour?
Tu (demander)...........le menu du jour?
Slide 5 - Open question
Remplis le verbe:
Mes parents (travailler)..............dans un café.
Mes parents (travailler)..............dans un café.
Slide 6 - Open question
Remplis le verbe:
Nous (parler)..............avec le serveur.
Nous (parler)..............avec le serveur.
Slide 7 - Open question
Remplis le verbe:
J'(oublier)...........souvent l'adresse.
J'(oublier)...........souvent l'adresse.
Slide 8 - Open question
traduis:
(Wij vragen)..........l'addition?
(Wij vragen)..........l'addition?
Slide 9 - Open question
aimer
préférer
adorer
mais
je prends
la crêpe
la tomate
détester
manger
le pizza
quoi
le pain
maar
houden van
de pizza
eten
het brood
wat
liever hebben
dol zijn op
ik neem
de tomaat
de pannenkoek
een hekel hebben aan
Slide 10 - Drag question
le chocolat
le thé
le coca
aussi
avec
après
ce soir
le repas
tu veux
oké
préparer
kopen
ook
de chocolat
d'accord
je wilt
acheter
voorbereiden, maken
de thee
de coca
met
vanavond
na, daarna
de maaltijd
Slide 11 - Drag question
le beurre
l'ognon
bon, bonne
fromage
l'oeuf
le légume
la viande
l'enfant
le (super)marché
de afspraak
demain
le problème
kaas
de boter
le rendez-vous
de (super)markt
het probleem
morgen
de ui
lekker
het ei
het vlees
de groente
het kind
Slide 12 - Drag question
célèbre
important(e)
kijken
combien
ik heb nodig
toujours
vragen
chercher
trouver
beaucoup
aider
maintenant
hoeveel
beroemd
veel
vinden
nu
helpen
belangrijk
regarder
j'ai besoin de
demander
altijd
zoeken
Slide 13 - Drag question
parler
possible
dans
marcher
entrer
rester
l'argent
j'ai faim
de croissant
de bakkerij
le magasin
het kledingstuk
lopen
praten
la boulangerie
le croissant
le vêtement
de winkel
mogelijk
in
binnenkomen
het geld
blijven
ik heb honger
Slide 14 - Drag question
la baguette
fou/folle de
het chocoladebroodje
le pain au chocolat
het stokbrood
gek op
