20230112 Donderdag

Donderdag 12 januari 2023
Goedemorgen!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Donderdag 12 januari 2023
Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

OCHTEND

08.15 - 08.30 Jeugdjournaal
08.30 - 09.15 WISKUNDE
09.15 - 10.00 ENGELS
10.00 - 10.15 PAUZE
10.15 - 10.50 BIOLOGIE
10.50 - 11.30 MENS&MAATSCHAPPIJ
11.30 - 11.50 PAUZE
MIDDAG

11.50 - 12.15 WERK AFMAKEN
12.15 - 13.00 NASK
13.00 - 13.45 LOB
13.45 - 14.15 KEUZE

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

WISKUNDE

Slide 4 - Slide

Technische Vaardigheden 1

Leerdoel
In deze les ga ik extra oefenen met technische vaardigheden.


Slide 5 - Slide

Technische Vaardigheden 1
Maak de opdrachten:

BK Bladzijde 164 t/m 165 TV1 t/m TV4

TL Bladzijde 114 en 115 TV1 t/m TV6

Slide 6 - Slide

ENGELS

Slide 7 - Slide

Chapter 3 SHOWBIZZ
Learning goal
BK After this lesson I can use adjectives in a sentence. I can write a short review. 

TL After this lesson I can use adjectives in a sentence.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Chapter 3 SHOWBIZZ
Maken
BK De opdrachten van E: Adjectives

TL De opdrachten van E: Adjectives


Slide 10 - Slide

BIOLOGIE

Slide 11 - Slide

Thema 3 Je gezondheid
Leerdoel
- Na deze les kun je enkele professionele zorgverleners en hun taken noemen.
- Na deze les kun je uitleggen hoe de zorgverzekering in elkaar zit.

Slide 12 - Slide

Maar als je ziek bent, ga je normaal gesproken eerst naar de huisarts. De huisarts luistert goed naar de klachten. Hij (of zij) stelt een aantal vragen. Daarna beslist de huisarts wat hij moet doen.
Hij kan bijvoorbeeld je lichaam onderzoeken. Hij kan ook bloed en urine laten onderzoeken. Verder kan hij raad geven. Bijvoorbeeld over jouw leefstijl. Als je een geneesmiddel nodig hebt, schrijft hij daar een recept voor.
De huisarts heeft een beroepsgeheim. Hij mag dingen die hij van jou weet niet doorvertellen.
Als de huisarts je niet kan helpen, stuurt hij je door naar een specialist. Een specialist werkt meestal in een ziekenhuis. Soms moet je daar een tijdje blijven om behandeld te worden.
Bij een specialist is een verwijsbrief van de huisarts verplicht. Hierin beschrijft de huisarts kort je klachten. Een specialist weet veel van een bepaald deel van het lichaam of een bepaalde ziekte.
Specialisten zijn bijvoorbeeld:
• keel-, neus- en oorarts (de kno-arts)
• oogarts
• hersenchirurg
• kinderarts (gespecialiseerd in kinderziekten)

Slide 13 - Slide

Thema 3 Je gezondheid 
§3.5 Professionele zorg

BK Maken opdracht 1 t/m 3

TL Maken opdracht 1 t/m 4

Slide 14 - Slide

MENS & MAATSCHAPPIJ
ECONOMIE

Slide 15 - Slide

§1.1 Producten maken


Leerdoelen

  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen dat elk bedrijf in een bedrijfskolom voor toegevoegde waarde zorgt.
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je welke productiefactoren bedrijven gebruiken bij het producten.
  • Aan het einde van deze paragraaf weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen.
  • Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen wat de kosten van kapitaalgoederen zijn.

Slide 16 - Slide

§1.1 Producten maken


Leerstof 2

Waarmee kun je produceren?
De fietsenmaker die jouw band plakt, heeft van alles nodig om te kunnen produceren, bijvoorbeeld een werkplaats, een nieuwe band en gereedschap. Ook moet je het werk en de tijd die hij erin steekt meetellen. Alles waarmee je kunt produceren, noem je productiefactoren.

De productiefactoren bestaan uit drie groepen:
Natuur: alles wat de natuur levert, zoals grondstoffen, zonlicht en water.
Arbeid: al het werk dat mensen doen.
Kapitaal: hulpmiddelen zoals machines en gebouwen die je gebruikt om te produceren.



Slide 17 - Slide

§1.1 Producten maken


Leerstof 3

De techniek helpt ons verder

Met een telefoon kon je vroeger alleen met iemand bellen. Nu lijkt een telefoon meer op een computer die in je broekzak past. De moderne smartphones kunnen gemaakt worden door nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen. Dat noem je technologische ontwikkelingen.
Ook bedrijven profiteren van technologische ontwikkelingen. Ze kunnen nu beter en sneller produceren. Het geeft ze ook de mogelijkheid om hun producten op een nieuwe manier aan te bieden. Zo heeft internet bijvoorbeeld de komst van webshops mogelijk gemaakt.



Slide 18 - Slide

§1.1 Producten maken


BK Maken opdracht 4 t/m 7

TL Maken opdracht 4 t/m 9


Slide 19 - Slide

NASK

Slide 20 - Slide

Hoofdstuk 7 - Het heelal
Maken: Afsluiting van dit hoofdstuk!

Slide 21 - Slide

LOB

Slide 22 - Slide

Keuze / Werk afmaken
Jeugdjournaal

Slide 23 - Slide