This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Bestuursrecht les 8
Herhaling/oefentoets
Slide 1 - Slide
Het bestuursrecht behoort tot het…
A
Privaatrecht
B
Publiekrecht
Slide 2 - Quiz
Noem de drie bestuursorganen waaruit iedere provincie bestaat
Slide 3 - Open question
I. De Gedeputeerde Staten besturen de provincie en maken beleid. II. De Provinciale Staten vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Stelling I is juist
C
Stelling II is juist
D
Geen enkele stelling is juist.
Slide 4 - Quiz
Stelling: De gemeenteraad vertegenwoordigt de gehele bevolking van de gemeente.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Welk orgaan van de gemeente voert het dagelijks bestuur van de gemeente?
A
Gemeenteraad
B
College van B&W
C
Burgemeester
Slide 6 - Quiz
Welke wet geeft algemene regels die voor het hele bestuursrecht gelden?
A
De Algemene Wet Bestuursrecht (Awb)
B
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
C
De Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR)
Slide 7 - Quiz
In artikel 69 van de Vreemdelingenwet staat dat de bezwaartermijn vier weken is. In de Awb staat een bezwaartermijn van zes weken. Welke termijn geldt?
A
Uit de Awb, want dat is de belangrijkste wet voor het bestuursrecht.
B
Uit de Vreemdelingenwet, want dat is een bijzondere wet en de bijzondere wet gaat voor.
Slide 8 - Quiz
Stelling: Een publiekrechtelijke rechtshandeling heeft rechtsgevolg.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
De gemeente verleent een kapvergunning. Dit is een:
A
Privaatrechtelijke rechtshandeling
B
Publiekrechtelijke rechtshandeling
Slide 10 - Quiz
De gemeente bestelt een nieuwe voorraad printpapier voor het kopieerapparaat. Dit is een:
A
Privaatrechtelijke rechtshandeling
B
Publiekrechtelijke rechtshandeling
Slide 11 - Quiz
De gemeente verleent Harry Martens een omgevingsvergunning. Dit is een:
A
Privaatrechtelijke rechtshandeling
B
Publiekrechtelijke rechtshandeling
Slide 12 - Quiz
Leg in het kort het verschil uit tussen een beschikking en een besluit van algemene strekking.
Slide 13 - Open question
De toekenning van kinderbijslag is een
A
beschikking
B
besluit van algemene strekking
Slide 14 - Quiz
Een bestemmingsplan is een
A
beschikking
B
besluit van algemene strekking
Slide 15 - Quiz
Welk bestuursorgaan is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo)? (een zbo is een bestuursorgaan dat niet bij de overheid hoort, maar toch bestuurstaken uitvoert)
A
De gemeenteraad van Eindhoven
B
De commissaris van de Koning
C
Het UWV
Slide 16 - Quiz
Een gemeenteambtenaar weigert een kapvergunning zonder voldoende aan te geven waarom deze is geweigerd. Dit is in strijd met het:
A
Zorgvuldigheidsbeginsel
B
Evenredigheidsbeginsel
C
Motiveringsbeginsel
Slide 17 - Quiz
Er is geluidsoverlast geconstateerd van een café. De geluidsoverlast heeft niet eerder plaatsgevonden. De gemeente besluit het café voorgoed te sluiten. Dit is in strijd met:
A
Zorgvuldigheidsbeginsel
B
Evenredigheidsbeginsel
C
Misbruik van bevoegdheid
Slide 18 - Quiz
Stelling: Het vertrouwensbeginsel heeft een wettelijke grondslag en kun je dus vinden in de Awb.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Een bestuursorgaan mag niet zo maar terugkomen op een eerder genomen besluit, want een burger moet kunnen vertrouwen op de overheid. Dit heeft betrekking op:
A
Het vertrouwensbeginsel
B
Het rechtszekerheidsbeginsel
Slide 20 - Quiz
Hoe noemen we degenen die controleren of bestuursorganen, burgers en bedrijven zich aan de bestuursrechtelijke regels houden?
Slide 21 - Open question
De regels omtrent de handhaving zijn vastgelegd in:
A
De Awb
B
Bijzondere wetten
Slide 22 - Quiz
Stelling I: Een dwangsom is een bestraffende sanctie. Stelling II: Een bestuurlijke boete is een herstellende sanctie.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Stelling I is juist
C
Stelling II is juist
D
Geen enkele stelling is juist.
Slide 23 - Quiz
De gemeente constateert dat een horecagelegenheid een terras heeft, terwijl er geen terrasvergunning is verleend. De gemeente dwingt de horeca-uitbater dat het terras binnen een bepaalde periode verwijderd moet zijn en anders gaat de gemeente zelf tot actie over. Dit betreft:
A
Dwangsom
B
Dwangbevel
C
Bestuursdwang
Slide 24 - Quiz
Je bent het niet eens met een beslissing van een bestuursorgaan. Kun je dan nog iets doen?
A
Ja, je kunt naar de rechter
B
Ja, je kunt bezwaar maken
C
Nee, als een bestuursorgaan een beslissing heeft genomen, moet men zich daarbij neerleggen
Slide 25 - Quiz
Stel: mevrouw Van den Boom wil bezwaar maken omdat het UWV haar geen uitkering verstrekt. Bij wie moet zij het bezwaarschrift indienen?
A
UWV
B
Rechtbank
C
Bezwaarschriftencommissie van de gemeente van haar woonplaats
Slide 26 - Quiz
Het bezwaar van mevrouw Van den Boom wordt niet gegrond verklaard. Kan ze nu nog iets doen? Zo ja, wat?