V3 Chap 5C

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

WEEK 6

Jan slaat de hond.

Jan sloeg de hond.

Jan heeft de hond geslagen.

Jan zal de hond slaan.

OTT 

OVT

VTT 

OTTT 

le présent 

l'imparfait

le passé composé 

le futur (simple) 

01:01

Le passé composé is in het Nederlands:

1. de voltooid verleden tijd
2. de onvoltooid verleden tijd
3. de tegenwoordige tijd

02:42

je

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

....... + ions

....... + iez

....... + aient

....... + ait

....... + ais

....... + ais

l'imparfait = verleden tijd

1. onderwerp opschrijven
2. nous-vorm van de tegenwoordige tijd
3. nous jouons -> haal -ons eraf
4. + uitgang

ais

ais

ait

ions

iez

aient

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

1 - 2

01:01

Le présent is in het Nederlands:

1. de voltooid verleden tijd
2. de onvoltooid verleden tijd
3. de tegenwoordige tijd

01:01

L'imparfait is in het Nederlands:

1. de voltooid verleden tijd
2. de onvoltooid verleden tijd
3. de tegenwoordige tijd

Let op:

Werkwoorden die eindigen op -ger

krijgen na de g een extra e voor de letters: a - o - u

tu mangeais

elle bougeait

elles bougeaient

ils voyageaient

En nu jij:

Het onderwerp + persoonsvorm staan in de tegenwoordige tijd

Jij verandert het werkwoord --> OVT

van OTT naat OVT

parler:     tu parles

van OTT naat OVT

 jouer:     il joue 

van OTT naat OVT

donner:     je donne 

van OTT naat OVT

assister à:     elle assiste à 

van OTT naat OVT

finir:     vous finissez

van OTT naat OVT

choisir:     elle choisit 

van OTT naat OVT

répondre:     elle répond 

Faire:                           Apprendre:

WERKBOEK B:

- ex. 1 à 7         

- ex. 8 à 12

- ex. 13 à 15

- ex.16d + 18

WERKBOEK B:

- WB B. p. 40-41  

TEKSTBOEK:

- TB. p. 58

VERBUGA:

dia 23 + 25

--> Zie de volgende dia:

--> Enkele opmerkingen!

Enkele opmerkingen:

13d 

Let op de extra regel!

Schrijf deze ook bij de aant. 5C

13e   

Schrijf ook het onderwerp op.

13f zin 4: "wij" -> mijn zus en ik   

13c

Vertaal de vorm zoals hij in de zin staat. 

je jouais [jouer] = ik speelde

15

Check de volgende dia!   

Verbuga:

Oefen met:

avoir - être - faire - aller - parler - choisir - répondre

 + l'imparfait

Kies er steeds twee uit.

Oefen niet langer dan 5 min per keer.

Doe dit een aantal keren per dag.

Opdracht 1

ais

ais

ait

ions

iez

aient

--> nous-vorm - ons  +  uitgang  

www.verbuga.eu

Verbuga:

Oefen met:

regarder - finir - vendre

 + le présent

Kies er steeds twee uit.

Oefen niet langer dan 5 min per keer.

Doe dit een aantal keren per dag.

Opdracht 2

e

es

e

ons

ez

ent

is

is

it

issons

issez

issent

s

s

-

ons

ez

ent

-er

-ir

-re

www.verbuga.eu