Lezen - blok 4 - les 1 - overtuigende teksten_feiten&meningen
Blok 4 - Lezen
Overtuigende teksten
Feiten en meningen
Overtuigende tekst verwerken
Telefoon in telefoonhotel
Jas uit / hoofddeksels af
Niet eten en drinken (ook geen kauwgom)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 17 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Blok 4 - Lezen
Overtuigende teksten
Feiten en meningen
Overtuigende tekst verwerken
Telefoon in telefoonhotel
Jas uit / hoofddeksels af
Niet eten en drinken (ook geen kauwgom)
Slide 1 - Slide
Nodig voor de les:
Tekst 11 (Warchild) uitprinten voor leerlingen
Het strand is een fijne plek.
Het zeewater is zout.
Haaien zijn alleen gevaarlijk.
Zonnebrand beschermt je huid tegen verbranding.
Het strand is een fijne plek.
Het zeewater is zout.
Haaien zijn alleen gevaarlijk.
Zonnebrand beschermt je huid tegen verbranding.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Overtuigen
Overhalen / aansporen
Uitleg overtuigende tekst
4
Wat is het verschil tussen deze twee tekstdoelen?
Geef bij ieder tekstdoel een voorbeeld (telstvorm)
Slide 3 - Slide
Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.
Uitleg overtuigende tekst
In sommige teksten laat de schrijver duidelijk weten wat zijn mening is. Hij vertelt wat hij van het onderwerp vindt en hoopt dat jij het met zijn mening eens bent.
4
Slide 4 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
Feiten en meningen
Als je een overtuigende tekst leest, moet je goed letten op het verschil tussen feiten en meningen.
Soms kun je een mening herkennen aan woorden als ‘ik vind’ of ‘mijn mening is …’.
Maar vaak begint een mening zelfs met ‘Het is …’. Je moet dus goed nadenken bij wat je leest.
4
Slide 5 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
Voorbeelden
Het is in ons lokaal nu 19 graden Celsius (feit/mening)
Ik heb gewoon kippenvel! (feit/mening)
Ik vind het hier lekker warm. (feit/mening)
Het is hier ijskoud! (feit/mening)
4
Slide 6 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
??? Feiten ???? Meningen ???
Controleerbaar: objectief
Iets dat waar is.
Je kunt controleren of opzoeken of het echt zo is.
Persoonlijk: subjectief
Iets waar je het wel of niet mee eens bent.
Je kunt bedenken wat je er zelf van vindt.
4
Slide 7 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
Kunnen
Je weet wat een overtuigende tekst is.
Je kunt voorbeelden geven en herkennen van overtuigende teksten (tekstvormen)
Je kunt uitleggen wat een feit, een mening en een argument is.
In een tekst kun je onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Je kunt uitleggen of je het met de mening van de schrijver eens bent.
Weten
4
Slide 8 - Slide
Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.
Waar of niet waar?
4
Slide 9 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
Voordat je tekst 4 gaat lezen..
EenVandaag is een nieuwsprogramma op radio en tv.
Het heeft een jongerenpanel dat onderzoek doet onder jongeren tussen de 12 en 24 jaar. Op hun website staan filmpjes over kwesties die jongeren aanspreken.
Slide 10 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
Zelfstandig werken
Lees
Blok 4 - Lezen - 4.16 (blz. 186)
Overtuigende teksten, feiten en meningen
Maak
1. Lees de tekst verkennend - maak opdracht 1,
2.Lees de tekst grondig. Pak het stencil: onderstreep kernzinnen, markeer alinea's. (stencils met naam inleveren!)
3. Maak opdracht 2
Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
15 minuten
Klaar
Lees theorie (blz. 189). Maak daarna opdracht 3
Resultaat
Klassikaal nabespreken
timer
15:00
4
Slide 11 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Bespreken opdracht 1 + 2
timer
10:00
Wat?
Lezen Blok 4 - opdracht 1 + 2
Hoe?
Vergelijk je eigen antwoord met je schoudermaatje.
Ander antwoord? Overleg samen wat het juiste antwoord moet zijn.
Resultaat?
Name app - geef antwoord op de vraag.
Waren jullie het samen eens over dit antwoord?
Tijd
5 min. vergelijken, 5 min. klassikaal
4
Slide 12 - Slide
Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.
Uitleg opdracht 3
Leesplan
1. Voor het lezen
2. Tijdens het lezen
3. Na het lezen
Na het lezen stel je jezelf de volgende vragen:
Ging de tekst over het onderwerp dat je voorspeld had?
Stond in de tekst wat je verwachtte?
Controleer of je alles goed hebt begrepen.
4
Slide 13 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
Wat doe je na het lezen van een overtuigende tekst?
Als je een overtuigende tekst leest, hoort er bij Na het lezen een extra vraag:
Ben je het eens met de mening in de tekst?
4
Hulpvragen:
Kloppen de feiten in de tekst?
Komt de tekst uit een betrouwbare bron?
Heeft de schrijver verstand van het onderwerp?
Wat heb ik zelf gezien of meegemaakt?
Slide 14 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
Zelfstandig werken
Lees
Blok 4 - Lezen - 4.16 (blz. 186)
Overtuigende teksten, feiten en meningen
Maak
Maak opdracht 3
Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
5 minuten
Klaar
Bijspijkeren Grammatica 4.5 - 4,7 - 4.8
Resultaat
Klassikaal nabespreken
timer
10:00
4
Slide 15 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Wat heb je geleerd vandaag?
Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een overhalende tekst en een overtuigende tekst.
Wat doe je na het lezen van een overtuigende tekst?
Wat zou je nog willen weten /oefenen
4
Slide 16 - Slide
Schrijf achterop tekst
Evaluatie en huiswerk
Huiswerk:
Zie Magister
Volgende les
Blok 4 - Lezen: tekstopbouw
Slide 17 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.