Hoofdzin en bijzin: Deze zinnen worden verbonden met de volgende conjuncties: omdat - als - toen - zodat - voordat - nadat - totdat - terwijl - zodra - hoewel
De structuur is in de bijzin: conjunctie - subject - rest - werkwoord(en)
Let op: Begint de zin met een bijzin (conjunctie) dan krijgt de hoofdzin
persoonsvorm - subject - rest - tweede werkwoord (zie ook blz. 32 en 33)