What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 21 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Op tafel
: Boek - schrift - pen
Lesoel
: Ik kan de regels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd toepassen.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Op tafel
: Boek - schrift - pen
Lesoel
: Ik kan de regels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd toepassen.
Slide 1 - Slide
verwerkingsopdrachten bij een tekst en luisterfragment maken.
Leerdoelen
Je kunt de persoonsvorm herkennen.
Je kunt de regels voor de
persoonsvorm tegenwoordige tijd
toepassen.
PLwsp 1
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Hoe snel herken jij de persoonsvorm?
Arceer zoveel mogelijk persoonsvormen in de tekst
Schildpad in de problemen
vet.
De timer stopt na 2 minuten. Geen stress, het is voor jezelf, niet voor een cijfer.
Opdracht 1: De persoonsvorm herkennen
timer
2:00
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Als de
ik-vorm eindigt
op een
D
, gaat hij altijd mee.
Ik wor
d
- De leerling wor
d
t
/ Ik vin
d
-
De docent vin
d
t
Ik-vorm + t; een d gaat altijd mee!
Slide 8 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ......(zwaaien) naar haar.
A
zwaai
B
zwaait
C
zwaaide
D
gezwaaid
Slide 9 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Mijn broer (worden) opgehaald door zijn voetbalvrienden.
A
word
B
wordt
C
wort
Slide 10 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt
Slide 11 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt
Slide 12 - Quiz
$8
Opdr. 4 + 5 + 6 (schrift)
233
Nakijken + trainen
21
:
Lesoel
: Ik kan de regels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd toepassen.
SO nabespreken
Slide 13 - Slide
$7
opdr. 4 + 5
253
Nakijken - Trainen
21
:
Lesoel
: Ik kan de regels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd toepassen.
SO nabespreken
Slide 14 - Slide
Ik ...(worden) morgen 14.
A
word
B
wordt
C
werd
D
wort
Slide 15 - Quiz
Hij (bevinden) zich in de buurt van de stad.
A
bevind
B
bevindt
C
bevint
D
bevindent
Slide 16 - Quiz
(Vinden) je de toets makkelijk?
A
vindt
B
vint
C
vind
D
vinde
Slide 17 - Quiz
Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd hoe je de regels van de pv tt toepast.
Vooruitblik
De volgende les ga je oefenen met alle onderdelen voor het proefwerk.
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Les 19 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
September 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Thema 2 klas 4
October 2023
- Lesson with
13 slides
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
De Regel van de Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd
August 2023
- Lesson with
18 slides
Leerstofoverzicht PW Spelling M2
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1-4
werkwoordspelling tegenwoordige tijd
February 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
1HV - Werkwoordspelling (tt/vdw)
October 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3