Meer dan lezen par 4, 5 en 6

Welkom 


Binnen = beginnen 

1. Leg je logboek, boek, laptop, map en etui in een hoekje op je tafel.
2. Pak ook het boek 'Geest' en neem dit op de juiste blz. voor je.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom 


Binnen = beginnen 

1. Leg je logboek, boek, laptop, map en etui in een hoekje op je tafel.
2. Pak ook het boek 'Geest' en neem dit op de juiste blz. voor je.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
We gaan de komende weken verder met Meer dan lezen.
De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Onbekende woorden
  • Alinea's en kernzinnen
  • Tekstverbanden en signaalwoorden
  • Hoofdzaken en bijzaken
  • Feit, mening, standpunt en argument



Slide 3 - Slide

Leerdoelen
We werken aan de volgende leerdoelen:



  • Je ontdekt de betekenis van onbekende woorden in een tekst door het gebruik van woordraadstrategieën .
  • Je kunt de kernzin van een alinea bepalen.
  • Je kunt werken met het stappenplan lezen.
  • Je herkent tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden.
  • Je onderscheidt hoofd- en bijzaken in een tekst.
  • Je onderscheidt feiten, meningen, standpunten en argumenten in een tekst.

Slide 4 - Slide

Fictie en non-fictie 
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken: ze houden verband met elkaar.

Een signaalwoord laat zien met welk verband je te maken hebt.

Soorten tekstverbanden:
1. Opsommend verband (opsomming)
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte
2. Chronologisch verband (tijdsvolgorde)
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, ten slotte, nadat
3.  Toelichtend verband (voorbeeld)
bijvoorbeeld, als, zoals, zo, denk aan, neem nou
4. Tegenstellend verband (tegenstelling)
tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen

Slide 6 - Slide

We gaan aan de slag! 

Slide 7 - Slide

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:



  • Je ontdekt de betekenis van onbekende woorden in een tekst door het gebruik van woordraadstrategieën .
  • Je kunt de kernzin van een alinea bepalen.
  • Je kunt werken met het stappenplan lezen.
  • Je herkent tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden.
  • Je onderscheidt hoofd- en bijzaken in een tekst.
  • Je onderscheidt feiten, meningen, standpunten en argumenten in een tekst.


Slide 8 - Slide

Hoofdzaken en bijzaken

Slide 9 - Slide

Hoofdzaken
en bijzaken
De belangrijkste informatie in een tekst of programma noem je de hoofdzaken
Wat niet zo belangrijk is, zijn bijzaken.

Net als bij: hoofdpersonen en bijfiguren!

Zo vind je de hoofdzaken:
- vaak in inleiding of slot
- in de kernzinnen (vaak de eerste of laatste zin van alinea)

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag met 
hoofd- en bijzaken
Als je zelf iets schrijft of vertelt, is het prettig dat je niet alleen hoofdzaken, maar ook wat bijzaken vertelt. Zo snappen mensen beter wat je bedoelt.
Maar let op: niet teveel! Dan saai of moeilijk.

Begin bijvoorbeeld elke alinea met een hoofdzaak. Bedenk zelf of er nog uitleg bij moet, dat worden dan de bijzaken. 

Maar één hoofdzaak per alinea.

Slide 11 - Slide

We gaan meteen aan de slag! 
blauw (KB)
par. 4: opdr. 1 t/m 8
par. 5: opdr. 1, 2, 3, 6*, 7
par. 6: opdr. 1, 2, 3, 6

oranje (TL)
par. 4: opdr. 1 t/m 7
par. 5: opdr. 1, 2, 3, 4*
par. 6: opdr. 1, 2, 3 en 8

Slide 12 - Slide

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:



  • Je ontdekt de betekenis van onbekende woorden in een tekst door het gebruik van woordraadstrategieën .
  • Je kunt de kernzin van een alinea bepalen.
  • Je kunt werken met het stappenplan lezen.
  • Je herkent tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden.
  • Je onderscheidt hoofd- en bijzaken in een tekst.
  • Je onderscheidt feiten, meningen, standpunten en argumenten in een tekst.


Slide 13 - Slide

We gaan aan de slag! 

Slide 14 - Slide

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:



  • Je ontdekt de betekenis van onbekende woorden in een tekst door het gebruik van woordraadstrategieën .
  • Je kunt de kernzin van een alinea bepalen.
  • Je kunt werken met het stappenplan lezen.
  • Je herkent tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden.
  • Je onderscheidt hoofd- en bijzaken in een tekst.
  • Je onderscheidt feiten, meningen, standpunten en argumenten in een tekst.


Slide 15 - Slide