This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Paragraaf 8.1 Geluid als trilling
Je leert welke eigenschappen geluid heeft.
Slide 2 - Slide
8.1 Geluid maken en horen
- Je leert hoe geluid ontstaat.
- Je leert hoe geluid bij je oor komt.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Discussievraag
Je hebt een show bekeken van Lucifers slagwerk, zij drummen op vaten waar een laagje water op staat.
Waarvoor dient het laagje water op de trommels?
Slide 5 - Slide
Geluidsbron
Een geluidsbron is iets wat zelf geluid maakt.
Een radio is dus een geluidsbron. Een echoput niet.
Slide 6 - Slide
Geluid is een golf
Een snaar van een viool trilt snel waardoor deze een hoge toon maakt. In een piano zitten snaren van verschillende lengtes en verschillende spanningen. Hierdoor maakt iedere snaar een andere noot.
Slide 7 - Slide
Geluid
1 hele golf = 1 trilling.
1 hele golf is van top tot top.
Slide 8 - Slide
https:
Slide 9 - Link
0
Slide 10 - Video
Keel?
Mensen kunnen op meerdere manieren geluid maken. Je kunt klakken met je tong, stampen met je voeten en praten of zingen.
Wanneer je praat of zingt maak je geluid met je stembanden.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Oor?
Je oor is een ontvanger van geluid. Het trommelvlies vangt de trillingen op, en stuurt het naar de gehoorzenuw.
Op de volgende slide kun je de geluidsgolf volgen tot aan de gehoorzenuw. Vandaar wordt de informatie doorgegeven aan de hersenen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
Hoge en lage tonen
De toonhoogte van een geluid meet je in Hertz. Dit noem je de frequentie. Dat komt omdat het woord frequentie betekent hoe vaak iets voorkomt.
Hoe hoger de frequentie, hoe meer trillingen er per seconde voorkomen.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Hard en zacht
Een harde toon heeft een grotere golf dan een zachte toon.
We zeggen dan: een harde toon heeft een grotere uitslag dan een zachte toon.