This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
In de Nederlandse parlementaire democratie:
A
worden belangrijke besluiten genomen door het volk.
B
zijn de regels voor politieke besluitvorming in de grondwet vastgelegd.
C
legt de grondwet beperkingen op aan het aantal politieke partijen dat meedoet aan de verkiezingen.
D
zijn de media verplicht om objectieve informatie te geven over politieke kwesties.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
I. Een vrije pers is een belangrijk uitgangspunt in een democratie. II. In een dictatuur maken oppositiepartijen deel uit van de politieke macht.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.
Slide 12 - Quiz
I. Censuur wil zeggen dat de overheid de media controleert. II. In veel dictaturen hebben de militairen ook politieke macht.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Welke kenmerken van een dictatuur heeft Turkije?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Religieuze dictatuur
Ideologische dictatuur
Militaire dictatuur
Slide 21 - Drag question
I. In een ideologische dictatuur worden grondrechten wel gerespecteerd, in een militaire dictatuur niet. II. In een dictatuur gelden dezelfde internationale grondrechten als in een democratie.