werkwoordspelling mavo 3 (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

werkwoordspelling

Onze trein was gisteren vertraagd, maar gelukkig (missen) we onze aansluiting naar Schiphol niet.

Risha vindt het gek dat Tom haar eergisteren niet (groeten).

Alle aandacht was op de trainer (vestigen).

Pas je op dat je niet in het bos (verdwalen).

Hij is ervan (overtuigen) dat hij zijn examen in één keer haalt.

Het volkomen (verwoesten) land heeft nu weer een bloeiende economie.

Zal ik je helpen als je de badkamer (betegelen)?

Waarom (antwoorden) je broer niet als ik hem een mailtje stuur?

Ze viel letterlijk de kamer in, toen ze op haar hoge hakken (struikelen).

Welke middelen Tim ook (aanwenden), hij kreeg de auto niet meer aan de praat.

De spelers werden luid (toejuichen) toen ze het veld op kwamen.