Examentraining H1

Examentraing H1
Platen en vulkanen in Nieuw-Zeeland
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Examentraing H1
Platen en vulkanen in Nieuw-Zeeland

Slide 1 - Slide

1. Zoeken in de Atlas
Twee manieren:
1. Via gebied en dan op onderwerp
Inhoudsopgave: gebied =Nieuw-Zeeland, onderwerp= platentektoniek
2. Via onderwerp en dan  op gebied:
Trefwoordenregister: platentektoniek, gebied: Nieuw-Zeeland
GB55: 238B
GB 54: 216B

Slide 2 - Slide

Transform en subductie (de richting van de driehoekjes geeft richting plaatbeweging aan)

Slide 3 - Slide

Aanwijzingen op de kaart voor platentektoniek
convergerende platen
zware catestrofale aardbevingen + vulkanisme
Diepzeetrog

Slide 4 - Slide

4. Waarom is vulkanisme geconcentreerd op het Noordereiland?
Oorzaak: Noordereiland ligt o.i.v pacifische plaat die onder de Australische plaat duikt.

Gevolg: Onder het Noordereiland smelt de plaat en krijg je opstijgend magma ri aardoppervlak

Slide 5 - Slide

5. Verklaar type vulkanisme
Subductie: dus trogvorming

Gevolg: Water van de zee wordt meegenomen in de trog en veroorzaakt gasvorming en druk.

Explosieve eruptie

Slide 6 - Slide

6. Eigenschap magma die type vulkanisme verklaart
De magma is stroperig (hoge viscositeit), niet al het gesteente is al gesmolten. Er is veel druk nodig om uit te barsten.

Slide 7 - Slide

7. Stratovulkanen of kegelvulkanen zijn vulkaantypen die bij explosieve eruptie passen.

Slide 8 - Slide

Schaal van Richter

Slide 9 - Slide

Diepte aardbeving
Verschil: epicentrum: aan het aardoppervlak, hypocentrum: onder het aardoppervlak.

Ondiepe hypocentra bevinden zich dichterbij de breuklijn. Bij transforme breuken bewegen de platen aan het aardoppervlak.

Slide 10 - Slide

Diepte aardbeving
Bij subductie vaker diepe hypocentra, omdat er een plaat de diepte in duikt. 

Alg. regel: verder van de breuklijn zijn de hypocentra dieper.

Slide 11 - Slide