De Slag om Koersk of Operatie Citadel (Duits: Unternehmen Zitadelle) was de grootste tankslag ooit in de geschiedenis en een beslissende slag aan het oostfront in de Tweede Wereldoorlog. Deze slag kende tevens de dag met de grootste verliezen in de geschiedenis van de luchtoorlog.
De slag vond plaats in juli en augustus 1943 tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie bij de stad Koersk in Rusland. Bij de slag werden aan Duitse zijde 900.000 man infanterie, 2.700 tanks en 2.000 vliegtuigen ingezet en aan de Sovjetzijde 1.300.000 man infanterie, 3.600 tanks en 2.400 vliegtuigen.
De grootste tankslag uit de geschiedenis vond plaats op de velden rond Prochorovka. De Russen gingen op 12 juli massaal in de aanval met honderden tanks.
Over deze tankslag is veel geschreven en pas recentelijk is aan het licht gekomen wat er werkelijk is gebeurd. Veel van de artikelen zijn doorspekt met onjuiste informatie gebaseerd op Russische propaganda, die in de loop der jaren voor waarheid is aangenomen. Het werd voorgespiegeld dat Duitsland zeker 400 tanks, waaronder meer dan 200 Tigers zou hebben verloren, terwijl er niet eens zoveel Tigers in de hele slag om Koersk waren ingezet. De Duitse verliezen waren in werkelijkheid verhoudingsgewijs veel lager, terwijl de Russen die dag 235 tanks hebben verloren tegen 3 voor de Duitsers. Hogere schattingen gaan zelfs uit van een verlies van 822 tanks aan Russische zijde. Stalin was razend over het enorme verlies van het Rode Leger, en eiste uitleg. Politiek commissaris Nikita Chroesjtsjov (die later Sovjet-leider zou worden) zou hierop besloten hebben zijn carrière en wellicht zijn leven te redden door de mythe van de 'heroïsche veldslag' de wereld in te helpen. Hoe het ook zij: de Russische verliezen overtroffen de Duitse veelvoudig.