Les 1 duurzamestraat

Duurzaamheid
Energie 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
TechniekBasisschoolGroep 8

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Duurzaamheid
Energie 

Slide 1 - Slide

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Steenkool
B
Aardgas
C
Hout
D
Aardolie

Slide 2 - Quiz

Wat doen broeikasgassen?
A
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt weerkaatst.
B
Ze zorgen dat de warmte van de zon wordt vastgehouden.
C
Broeikasgassen doen eigenlijk niets.

Slide 3 - Quiz

Hoe werkt het versterkt broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 4 - Drag question

fossiele brandstof
niet fossiele brandstof
aardolie
aardgas
hout
steenkool
stromend water       
de zon
suikerriet

Slide 5 - Drag question

Fossiele brandstof

Groene energie

Slide 6 - Drag question

Wat is duurzaamheid?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Er is iets aan de hand in de wereld?

Slide 9 - Slide

We gebruiken veel brandstoffen
- daardoor raken onze energievoorraden op.
- 'de energiebronnen raken dus uitgeput'.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoe donker is jouw straat?

Slide 12 - Slide

Duurzaam?
Duurzame straat?

Slide 13 - Slide

Duurzaamheid quiz

Slide 14 - Slide

Wat is duurzamer
A
Met de fiets naar school
B
Met de auto naar school

Slide 15 - Quiz

Wat is duurzamer?
A
Een spaarlamp
B
Een LED-lamp

Slide 16 - Quiz

Wat is duurzamer?
A
Met het vliegtuig op vakantie
B
Met de bus op vakantie?

Slide 17 - Quiz

Wat is duurzamer?
A
Een elektrische auto kopen
B
Een oude auto op rijden?
C
Geen auto rijden
D
Een diesel auto inruilen voor een benzine auto.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Energieomzettingen
licht

Slide 20 - Slide

Welke energieomzettingen?

Slide 21 - Slide

wet van behoud van energie

Slide 22 - Slide

Wet van behoud van Energie

Slide 23 - Slide

Bij energieomzettingen ontstaat er altijd warmte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Welke energieomzetting geldt bij windmolens?
A
Straling - Elektrisch - Beweging
B
Beweging - Elektrisch
C
Beweging - Straling
D
Chemisch - Beweging

Slide 25 - Quiz

Welke energieomzetting heb je in een lamp?
A
Van warmte naar stralingsenergie
B
Van warmte naar licht
C
Van elektrische energie naar stralingsenergie
D
Van elektrische energie naar stralingsenergie & warmte

Slide 26 - Quiz

Welke energieomzetting heb je in een zonnepaneel?
A
Elektrische energie in licht en warmte
B
Warmte in licht en elektrische energie
C
Licht in elektrische energie en warmte
D
Licht in chemische energie en elektrische energie

Slide 27 - Quiz

Welke energieomzetting vindt er plaats bij verbranding van hout?
Welke energieomzetting vindt er plaats bij verbranding van hout?
A
Warmte in Licht
B
Kernenergie in warmte
C
Chemische energie in warmte
D
Chemische energie in stralingsenergie en warmte

Slide 28 - Quiz

Wat is de Wet van Behoud van Energie?
A
Er is energie nodig voor een lamp
B
Algen hebben energie nodig
C
Er zijn verschillende energievormen
D
Energie gaat nooit verloren

Slide 29 - Quiz

Warmte en temperatuur
Faseovergang: 



Warmte toevoegen
Warmte toevoegen
Warmte onttrekken
Warmte onttrekken

Slide 30 - Slide

Warmtebronnen
Een warmtebron levert warmte:
  • gaskachel
  • houtkachel
  • open haard
  • de zon

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

3 soorten warmtetransport
Geleiding
Vaste stoffen, de stof blijft op zijn plaats. 
Stoffen die goed warmte doorgeven: Geleiders
Stoffen die slecht warmte doorgeven: Isolators

Stroming
Vloeistoffen en gassen brengen zelf de warmte.
Warmte gaat omhoog, Kou gaat omlaag.

Straling
Geen tussenstof, warmtebron 'gooit' de warmte.
De zon geeft 2 soorten straling: 
  • Licht 
  • Warmte (Infrarood)



Slide 34 - Slide

Wat is warmte?
A
Vuur
B
Graden Celcius
C
Stromende energie
D
Temperatuur

Slide 35 - Quiz

Warmte kan zich verplaatsen.
Warmte gaat van ....
A
warm naar koud
B
koud naar warm

Slide 36 - Quiz

Voor welke overgangen moet je warmte toevoegen en voor welke warmte afstaan? Versleep naar juiste plek
Warmte toevoegen
Warmte afstaan
Smelten
Stollen
Verdampen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen

Slide 37 - Drag question

Tot slot!

Slide 38 - Slide