Herhaling voor pw H2 + H3

Herhaling voor proefwerk
Hoofdstuk 2 + hoofdstuk 3
1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling voor proefwerk
Hoofdstuk 2 + hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Planning
  • Quizje
  • Pictionary 
  • Tijd om vragen te stellen 
  • Les afsluiten 

Slide 2 - Slide

  • Hoe werkte de democratie in Athene?
  • Hoe is die democratie anders dan democratie nu?
  • Welke regerings vormen zijn er?
  • Hoe werd de Romeine republiek bestuurt?
  • Wanneer kwam het hele Romeinse Rijk ten einde?
  • Waardoor stonden de Romeinen vijandig tegenover de Christenen?

Slide 3 - Slide

Een stadstaat is de stad (en het land daar omheen) dat zichzelf bestuurt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Elke stadstaat in Griekenland had een democratie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

De democratie in Athene kwam ten einde door de veroveringen van
A
de Romeinen
B
Philippus en Alexander de Grote

Slide 6 - Quiz

Elke stadstaat maakte zijn eigen wetten
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Wie was Herodotus?
A
Een arts
B
Een historicus

Slide 8 - Quiz

Hippocrates
A
Was een arts
B
Was een wiskundige
C
Was een historicus

Slide 9 - Quiz

Wetenschap is een manier van onderzoek doen waarbij je verschijnselen bestudeert en probeert bewijzen te vinden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Heel Griekenland was een democratie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Een aristocratie is...
A
Een land bestuurd door een koning
B
Een land bestuurd door het volk
C
Een land bestuurd door een kleine groep rijken

Slide 12 - Quiz

De volksvergadering bedacht wetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De Grieken noemde mensen met een niet Griekse cultuur barbaren
A
Juist
B
Niet juist

Slide 14 - Quiz

De naam barbaar is ontstaan doordat andere talen dan het Grieks voor de Grieken klonk als 'barbarbarbar'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

De volksvergadering bedacht wetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

De eerste golf van verspreiding van de Griekse cultuur werd veroorzaakt door Alexander de Grote
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

De volksvergadering keurde wetten goed of af
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Een monarchie is een land bestuurd door een koning
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Rome was 250 jaar lang een koninkrijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

De hoogste bestuurders van het Romeinse Rijk ten tijde van de republiek waren
A
De senaat
B
De consuls

Slide 21 - Quiz

De senaat had het vetorecht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Oorzaken van de succesvolle veroveringen zijn
A
Goed leger
B
Verslagen vijanden goed behandelen
C
A en B zijn juist

Slide 23 - Quiz

Voordelen van een bondgenootschap met de Romeinen was:
A
Je hoeft niet in het leger
B
Je kon burgerrecht krijgen

Slide 24 - Quiz

Julius Caesar was de eerste keizer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Keizer Augustus behield de senaat en de consuls
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Pax Romana is een lange periode van rust en vrede in het Romeinse Rijk in de 1e en 2e eeuw n.C.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Onder leiding van Caesar begon de periode die we Pax Romana noemen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

De Romeinen namen het idee van gladiatoren gevechten over van de Grieken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

De oppergod van de Romeinen wordt …?... genoemd
A
Zeus
B
Juno
C
Jupiter
D
Pluto

Slide 30 - Quiz

De plaatselijke bevolking moest de Romeinse cultuur overnemen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Een reden voor het uiteenvallen van het Romeinse Rijk is...
A
Te weinig belasting inkomsten
B
Ruzie over de opvolging van de keizers
C
Het leger was te klein
D
A, B en C zijn goed

Slide 32 - Quiz

De volksverhuizing werd veroorzaakt door...
A
De Germanen
B
De Hunnen

Slide 33 - Quiz

De nieuwe Germaanse stammen in West-Europa stichten allemaal...
A
Koninkrijken
B
Keizerrijken
C
Stadstaten

Slide 34 - Quiz

Het afzetten van de West-Romeinse keizer wordt gezien als het begin van de middeleeuwen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Pictionary
  • Groepjes van 6 (door docent gemaakt)
  • Binnen elk groepje: 2 teams van 3 
  • Elk groepje krijgt stapeltje kaartjes met begrippen
  • 1 teamlid tekent begrip, de andere 2 raden begrip
  • Per begrip 1 minuut de tijd om te tekenen en raden 

Slide 36 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 37 - Slide