3.1: Van stadstaat tot wereldrijk DEEL 2

Wie bestuurt een keizerrijk?
A
De keizer
B
Senaat
C
Consuls
D
De koning
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wie bestuurt een keizerrijk?
A
De keizer
B
Senaat
C
Consuls
D
De koning

Slide 1 - Quiz

Wat is een 'motief'?
A
Een gevolg van een actie van een persoon
B
De dader in een moordzaak
C
Een reden om iets te doen
D
De relatie tussen een oorzaak en een gevolg

Slide 2 - Quiz

Wat is een dictator?
A
Een vredelievende regeringsleider
B
Een democratisch gekozen politicus
C
Een filosoof met politieke ideeën
D
Een leider met absolute macht over een land.

Slide 3 - Quiz

3.1: Van stadstaat tot wereldrijk
Een stadstaat in Rome groeide uit tot een wereldrijk; het Imperium Romanum. Het begon als een keizerrijk, werd vervolgens een Republiek om uiteindelijk na de moord op Caesar een keizerrijk te worden. De Romeinen namen veel over van de Griekse cultuur.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 3.1
1A: Je kan uitleggen hoe de Romeinen een groot rijk konden stichten en behouden.
1B: Je kan de drie bestuursvormen van het Romeinse Rijk noemen en kort uitleggen wie de macht had.
1C: Je kunt uitleggen wie Julius Caesar was en welke invloed hij heeft gehad op het Romeinse Rijk.
1D: Je kan de begrippen ‘burgeroorlog’, ‘dictator’ en ‘Pax Romana’ uitleggen.
1E: Je kunt uitleggen welke invloed de Griekse cultuur had op de Romeinen.



Slide 5 - Slide

Van koninkrijk ...(1B)
  • Rome als stadstaat: koninkrijk met koning. Sommigen bestuurden goed, sommigen niet.
  • Romeinse volk heeft er genoeg van, koning wordt verjaagd en er ontstaat een Republiek (land met president als staatshoofd)

Slide 6 - Slide

Naar Republiek ...(1B)
  • Leiding Republiek: Senaat
  • Vergadering van rijkste / belangrijkste mannen uit Rome
  • Verkiezingen voor Consuls
  • Leiden Senaat en voerden besluiten van senaat uit
  • Dus geen echte democratie!

Slide 7 - Slide

Wie was Caesar?(1C)
  • Afkomst: Rijke, adellijke familie
  • Succesvol legerleider
  • Sluit vriendschappen met stammen tegen andere stammen
  • Verovering van heel Gallië (Frankrijk), hierdoor heel rijk!
  • Populair en machtig!
  • Verhouding met Cleopatra

Slide 8 - Slide

Moord op Caesar (1C/D)
  • Julius Caesar: Heel machtige consul, kreeg veel macht om de orde te herstellen. 
  • Benoeming tot dictator (alleenheerser) voor 10 jaar
  • Moord op Caesar midden in de senaat
  • Uitbraak burgeroorlog = oorlog tussen groepen in hetzelfde land

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Naar Keizerrijk! (1B/D)
  • Winnaar burgeroorlog: Octavianus, geadopteerde zoon van Caesar
  • Nieuwe naam: Caesar Augustus
  • Eerste keizer en alleenheerser
  • Begin Pax Romana: periode van 200 jaar met bijna geen oorlog
  • Opvolgers Augustus gaan zich ook Caesar (Keizer) noemen!

Slide 11 - Slide

Grieken als voorbeeld (1E)
  • Romeinen veroveren Griekenland, bewondering voor cultuur
  • Namaken tempels, Griekse geleerden als slaaf naar Rome
  • Overname Griekse Goden
  • Zeus = Jupiter, Hera = Juno
  • Foto: Pantheon, Rome

Slide 12 - Slide

Wat kan een reden zijn waarom Caesar benoemd werd tot dictator door de Romeinse senaat?

Slide 13 - Open question

Wat was het motief van de senaat om Caesar te vermoorden?

Slide 14 - Open question

Aan de slag!
  • Opdrachten paragraaf 3.1
  • Werkboek of laptop

Slide 15 - Slide

Sleep naar het juiste 'kopje'.
Eerst kwam ...
Daarna kwam ...
Tot slot ...
Caesar
Koninkrijk
Republiek
Augustus
Macht bij rijke mannen
Consuls

Slide 16 - Drag question

Sleep de eigenschap naar de bestuursvorm.
Republiek
Koninkrijk
Consuls
Macht bij alleenheerser
Senaat
Macht bij rijke mannen

Slide 17 - Drag question

Wat betekent het begrip 'Pax Romana'?
A
Een periode van vrede in Romeinse Rijk
B
Oorlog tussen groepen in Rome
C
De val van Rome
D
Uitbreiding van het Romeinse RIjk

Slide 18 - Quiz

In welke functie werd je door verkiezingen verkozen?
A
Keizer
B
Senator
C
Consul
D
Dictator

Slide 19 - Quiz