klas 2H les 2 wk 11 schooljaar 2022

Jacken draußen?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Jacken draußen?

Slide 1 - Slide

Programm
  • Wiederholung
  • Grammatik- Bezittelijke voornaamwoord
  • üben
  • PW Kap 5=> kein Aprilscherz 

Slide 2 - Slide

Wiederholung
Jetzt folgen ein Paar Wiederholungsfragen

Slide 3 - Slide

der
der
das
das
die
das
die
das

Slide 4 - Drag question

die
die
die
die
die
die
die
das
das
das
der
der
der

Slide 5 - Drag question

er
sie
es
der Junge
das Konzert 

das
baby 
der Ball
das Spiel
die 
Übung
die Frau
die Zeit
der Mann

Slide 6 - Drag question

Was ist das?
Was ist das?
A
Zuchini
B
Erdbeere
C
Trauben
D
Obst

Slide 7 - Quiz

Suppe
der/die/das
5/5
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

Löffel
der/die/das
4/5
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quiz

Noteer de regels van DER/DIE/DAS
DER: als..
DIE: als..
DAS: als..

Slide 10 - Open question

Leg uit: wanneer schrijf je ein/kein en wanneer eine/keine?

Slide 11 - Open question

Welke lidwoorden?
Bepaald lidwoorden de en het 

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
  •  der, die, das, die
  • der
  • die
  • das
  • die

Slide 12 - Slide

Wanneer mannelijk?
  • Mannelijke personen, dieren en beroepen
  • de dagen
  • de seizoenen
  • de maanden
  • de dagdelen

Slide 13 - Slide

Wanneer vrouwelijk?
  • vrouwelijke personen, dieren en beroepen
  • woorden die eindigen op: -heit, -keit, -ung, -e

Slide 14 - Slide

Wanneer onzijdig?
  • woorden die in het Nederlands -het woorden zijn, zoals het huis (das Haus), het paard (das Pferd).
  • verkleinwoorden: deze woorden eindigen op -chen en -lein. Het meisje (das Mädchen), het boekje (das Buchlein)

Slide 15 - Slide

Onbepaald lidwoord
een of geen
  • ein of eine 
  • kein of keine

Slide 16 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden

Slide 17 - Slide

Het bezittelijke voornaamwoord:

- geeft een bezit aan

- staat vóór een zelfstandig naamwoord

Slide 18 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Autos
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Autos
mein Mann
meine Frau
mein Kind
meine Autos
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden
Het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e.  Dat geldt ook voor de bezittelijke  voornaamwoorden.

Slide 19 - Slide

Voorbeelden bezittelijk voornaamwoord:

- Ik eet mijn banaan. / Ich esse meine Banane.

- Dat is jouw huis.     /  Das ist dein Haus.

- Waar is zijn fiets?   /  Wo ist sein Fahrrad?

Slide 20 - Slide

ich
ik
du
jij
er
hij
sie
zij (ev)
wir
wij
ihr
jullie
sie
zij (mv)
Sie
U
mein(e)
mijn
dein(e)
jouw
sein(e)
zijn
ihr(e)
haar
unser(e)
ons/onze
eu(e)r(e)
jullie
Ihr(e)
hun
Uw
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 21 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 22 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das  Kind
die Autos
mein Mann
deine Frau
dein Kind
deine Autos
Voorbeelden:
- Mein___________ Bruder (m) hat Zahnschmerzen.
- Unser__________  Eltern (mv) sind sehr lieb.
- Euer____________ Lehrerin (v) hat Hunger.
- Ihr______________ Baby (o) schläft.

Slide 23 - Slide

üben, üben, üben
Buch S. 152 E21
S. 153 E22 & E23

Slide 24 - Slide

PW Kap 5
Kein!!!!!

Slide 25 - Slide

Toetsvoorbereiding-online!!!

Slide 26 - Slide

schönes Wochenende

Slide 27 - Slide