Adverbs & adjectives: beschrijven en hot seat + § 2.5 Speaking

Beschrijven in het Engels
Uitleg ADV / ADJ herhalen
Plaatjes beschrijven
Hot seat
Werken in Taalblokken
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Beschrijven in het Engels
Uitleg ADV / ADJ herhalen
Plaatjes beschrijven
Hot seat
Werken in Taalblokken

Slide 1 - Slide

Adverbs vs adjectives
Adjective = bijvoeglijk naamwoord
Beschrijft het zelfstandig naamwoord. Voorbeeld : I have a red car.

Adverb = bijwoord
Beschrijft hoe iets wordt gedaan. Voorbeeld : The red car drives slowly.

Adverb maak je in het Engels meestal zo:
adjective + ly


Slide 2 - Slide

Describe what you see
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Describe what you see
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Describe what you see
timer
1:00

Slide 5 - Slide

The Hot Seat
Beschrijf het woord in het Engels.
Gebruik alleen woorden 
(dus niet uitbeelden, wijzen of geluidjes maken).
Gebruik ook niet een deel van het woord in je beschrijving.

Alle woorden zijn op A2 niveau.

Slide 6 - Slide

Headache

Slide 7 - Slide

Temperature

Slide 8 - Slide

Belt

Slide 9 - Slide

Handbag

Slide 10 - Slide

Necklace

Slide 11 - Slide

Umbrella

Slide 12 - Slide

Driving license

Slide 13 - Slide

Stamp

Slide 14 - Slide

Vocabulary

Slide 15 - Slide

Mean

Slide 16 - Slide

Explain

Slide 17 - Slide

Exercise

Slide 18 - Slide

Square

Slide 19 - Slide

Diploma

Slide 20 - Slide

Barbecue

Slide 21 - Slide

Mushroom

Slide 22 - Slide

Garlic

Slide 23 - Slide

Lemonade

Slide 24 - Slide

Blanket

Slide 25 - Slide

Bookcase

Slide 26 - Slide

Entrance

Slide 27 - Slide

Furniture

Slide 28 - Slide

Wallet

Slide 29 - Slide

Thunderstorm

Slide 30 - Slide

Autumn

Slide 31 - Slide

Werken in Taalblokken
  1. Inloggen op www.malmberg.nl
  2. Building Blocks A2
  3. Unit 2: Food | What's the idea?
  4. § 2.5 Speaking
  5. Exercise 14 tot en met 20


Slide 32 - Slide