Proeftoets grammatica Unité 6 Havo 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Proeftoets grammatica Unité 6 Havo 2

- verschillende tijden herkennen

- vertaling werkwoorden

- ww op IR in de présent en passé composé

- imparfait

-signaalwoorden

welke tijd? je rougis

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

welke tijd? tu as regardé

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

welke tijd? nous vendions

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

welke tijd? ils grandissaient

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

welke tijd? elle répond

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

welke tijd? vous avez entendu

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

vertaal: overgeven

vertaal: kiezen

vertaal: eindigen

vertaal: genezen

vervoeg: réfléchir (tu, présent)

vervoeg: applaudir (ils, passé composé)

vervoeg: grossir (vous, présent)

vervoeg: rougir (on, passé composé)

vervoeg: réagir (je, imparfait)

vervoeg: regarder (tu, imparfait)

vervoeg: perdre (nous, imparfait)

vervoeg: danser (elles, imparfait)

vervoeg: choisir (vous, imparfait)

vervoeg: être (elle, imparfait)

Vertaal het signaalwoord:
'd'abord'

1. aan boord
2. aangeven
3. ten eerste
4. ten beste

Vertaal het signaalwoord:
ensuite

1. destijds
2. vervolgens
3. totdat

Vertaal het signaalwoord "maar"

1. Mais
2. Aussi
3. Parce que
4. Également

Vertaal het signaalwoord "ook"

1. Jamais
2. Aussi
3. Après
4. Avant

Vertaal het signaalwoord "omdat"

1. Car
2. Parce que
3. Et
4. De plus

Oefenen met verbuga.eu

ww op IR: selecteer présent en passé composé in kolom 1 en de ww: finir, choisir, grandir in kolom 3.

imparfait: selecteer imparfait in kolom 1 en de ww: aimer, rougir, vendre in kolom 3, en ww être in kolom 2.

Klaar? Oefen de woorden van apprendre 1-2-4-6-8