Project Straattaal Les 2

Project Straattaal - 2havo
Straattaalwoorden!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Project Straattaal - 2havo
Straattaalwoorden!

Slide 1 - Slide

Fragment Enzo Knol
Kijk en luister naar het volgende fragment.
Beantwoord de vragen. 



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waarom gebruiken we straattaal?


Groepsidentiteit
Humor
Geheimhouding

Slide 4 - Slide

Lees het volgende tekstfragment.

Schrijf de straattaalwoorden op.
Wat betekenen ze? Schrijf op!

Slide 5 - Slide

Plannen van een chillavond
Dina: Yo, wie komt chillen vanavond? 🤙
Farid: Ik ben erbij, maar ben ff onderweg naar huis. Moet nog snel wat eten fixen.
Kim: Sowieso ik! Neem jij die fatu mee, Farid?
Farid: Ey, geen stress. Heb die al in m’n tas.
Dina: Lekker, maar Jay moet niet te laat komen deze keer. Vorige keer was ‘ie loco laat.
Jay: Hahaha rustig, ik ben deze keer sharp. Zeg maar hoe laat ik moet droppen.
Kim: 20:00 bij Dina, toch?
Dina: Ja man, en vergeet je speakers niet! We gaan gek.
Farid: Yalla, tot straks boys en girls!

Slide 6 - Slide

1. Chillen: Ontspannen of gezellig samenzijn.
2. Fatu: Grapje of humor.
3. Loco: Gek of extreem.
4. Sharp: Op tijd.
5. Droppen: Arriveren.
6. Yalla: Kom op, laten we gaan (Arabisch, veel gebruikt in straattaal).

Slide 7 - Slide

Probleem oplossen na school
Ravi: Bro, weet je wat er is gebeurd met Tariq?
Aisha: Nee, wat dan?
Ravi: Die man kreeg beef met een jongen uit 4A. Hele aula keek mee.
Aisha: Wow, skotoe erbij?
Ravi: Nee man, die surveillant heeft ze gescheiden. Maar Tariq was echt para.
Aisha: Hij moet echt ff rustig worden. Altijd drama met hem.
Ravi: Ja, hij zei ook “laat me met rust, ik ben niet in die vibe”.
Aisha: Hahaha, classic Tariq. Maar serieus, hopelijk gebeurt er niks ergers.
Ravi: Komt goed, ik praat wel met ‘m morgen.

Slide 8 - Slide

1. Bro: Informele manier om een vriend aan te spreken.
2. Beef: Conflict of ruzie.
3. Skotoe: Politie.
4. Para: Boos, gespannen of geïrriteerd.
5. In die vibe: In een bepaalde stemming.

Slide 9 - Slide

Na school plannen maken
Noah: Ey, is school ook eindelijk klaar. Wat doen we straks?
Zara: Geen idee man. Iemand zin om te hangen bij de spot?
Ilias: Ik ben down. Maar ik moet ff langs mijn mattie om die drip te pakken.
Noah: Hahaha, jij altijd met je drip. We wachten wel op je bij de speeltuin.
Zara: Ey, niet weer die speeltuin. Kunnen we niet ff naar de stad ofzo?
Ilias: Nee, stad is druk. Laat gewoon daar meeten. Trust me, het wordt lit.
Noah: Oke, 16:00 daar. En vergeet snacks niet, ik had honger vorige keer.
Zara: Sowieso, ik neem chips mee.

Slide 10 - Slide

1. Hangen: Rondhangen, ontspannen zonder veel te doen.
2. Spot: Afgesproken plek.
3. Mattie: Vriend.
4. Drip: Coole kleding of accessoires.
5. Meet(en): Afspreken of elkaar ontmoeten.
6. Lit: Gezellig, tof, geweldig.

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Straattaal is meer dan alleen woorden; het heeft een functie en versterkt communicatie in bepaalde groepen.

Slide 12 - Slide