Een paar tips op een rij:
Messen liggen altijd met de snijkant naar het bord.
Messen liggen altijd rechts van het bord.
Lepels liggen ook altijd rechts van het bord.
Vorken liggen altijd links van het bord.
Dessertbestek ligt altijd boven het bord. De lepeltjes met de steel naar rechts en de vorkjes met de steel naar links.
Je werkt van groot naar klein. Uitgebreide besteksets hebben groot bestek (mes en vork) voor het hoofdgerecht en klein bestek (mes en vork) voor het koude voorgerecht.