paragraaf 2.3 Antropogene invloeden

2.3 Antropogene invloeden
H2 Verder kijken dan de Costa's
(over)leven in Europa
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2.3 Antropogene invloeden
H2 Verder kijken dan de Costa's
(over)leven in Europa

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • welke vormen van landdegradatie zijn kenmerkend voor het Middellandse zeegebied.
  • Wat is het verband tussen intensief landgebruik en landdegradatie.
  • Hoe versterken of verminderen erosie en sedimentatie het reliëf. 
  • Je weet hoe een medicane ontstaat

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Aan welke voorwaarden is voldaan voor het ontstaan van de medicane op Sicilië?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Landdegradatie:
De bodem levert minder op.
Bijv: landbouwgrond minder oogst.
4 Vormen Van landdegradatie:
- Versnelde bodemerosie
- Verdroging
- Verzilting
- Verwoestijning

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Landdegradatie
Waarom is landdegradatie vanuit economisch opzicht een probleem? Oorzaak-gevolg
Als de kwaliteit van de bodem achteruit gaat, dan is deze minder vruchtbaar en kunnen er minder gewassen groeien. (oorzaak)
Dan kan de boer minder oogsten en nemen zijn opbrengsten/inkomsten af (gevolg)

Slide 9 - Slide

Wat is het verschil in ontstaan tussen geulerosie en aardverschuivingen?
Hoe draagt het verlaten van je land bij aan versnelde bodemerosie?
- Als je land is verlaten betekent het dat het land braak ligt. (niet begroeid is)
-Dan houden wortels de bodem niet meer bijeen en deze is gevoelig voor wegwaaien en wegspoelen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

1

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Erosie en sedimentatie

Slide 15 - Slide

03:25
Aan welke drie voorwaarden is voldaan voor het ontstaan van de landslide/aardverschuiving?

Slide 16 - Open question

Verdroging = daling grondwaterstand

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

verzilting = zouten blijven achter na verdamping van (grond)water

Slide 20 - Slide

Biodiversiteit
De biodiversiteit zegt iets over het aantal verschillende soorten dat je in een gebied vindt. Het is een synoniem van soortenrijkdom.
  • Hoog biodiversiteit: Heel veel verschillende soorten
  • Laag biodiversiteit: Weinig verschillen de soorten

Slide 21 - Slide

Biodiversiteit
Verlies biodiversiteit 
-> ecosysteem aangetast
= er leven minder soorten dieren en planten in de omgeving

Slide 22 - Slide

Milieu aantasting = afname biodiversiteit

Slide 23 - Slide

Aan de slag (in tweetallen)
Opdracht 3, 4, 5, 7 en 8 van bladzijde 75/76
timer
30:00

Slide 24 - Slide