§2.3 Antropogone invloeden

2.3 Antropogene invloeden
H2 Verder kijken dan de Costa's
(over)leven in Europa
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2.3 Antropogene invloeden
H2 Verder kijken dan de Costa's
(over)leven in Europa

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Welke vormen van landdegradatie zijn kenmerkend voor het Middellandse zeegebied.
  • Wat is het verband tussen intensief landgebruik en landdegradatie.
  • Hoe versterken of verminderen erosie en sedimentatie het reliëf. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Landdegradatie
Geomorfologie: Wetenschap die zich bezighoudt met het beschrijven en verklaren van de landschapsvormen.

MLZG geogemorfologie: wisselwerking neerslag, geologie en mensen



Slide 4 - Slide

Landdegradatie
= Verlies aan biologische en economische productiecapaciteit van landbouwgrond.

  • Wat waren ook alweer economische en natuurlijke gevolgen?

  • Welke vormen van landdegradatie waren er ook alweer?
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Landdegradatie:
De bodem levert minder op.
Bijv: landbouwgrond minder oogst.
3 Vormen Van landdegradatie:
- Versnelde bodemerosie
- Verzilting
- Verwoestijning

Slide 6 - Slide

1. Bodemerosie
Erosie: scheurende werking van wind, water en ijs
aardoppervlak verandert

Watererosie --> Geulerosie

Slide 7 - Slide

Vegetatie
Waarom is vegetatie zo belangrijk?

  • vegetatie houdt de bodem vast
  • vegetatie remt snelheid water

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Badlands

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

2. verzilting = zouten blijven achter na verdamping van (grond)water

Slide 12 - Slide

2. Verzilting
1. Zeewater (zoute kwel) komt via ondergrond het land binnen.
2. Onzorgvuldig irrigeren

Slide 13 - Slide

3. Verwoestijning
Woestijnen breiden uit

overbewijding, ontbossing , toerisme, klimaatverandering en erosie oorzaken

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag!
Maak van §2.3 de volgende opdrachten:
2, 5, 7, 8, 9 en 10

Slide 18 - Slide

Biodiversiteit
De biodiversiteit zegt iets over het aantal verschillende soorten dat je in een gebied vindt. Het is een synoniem van soortenrijkdom.
  • Hoog biodiversiteit: Heel veel verschillende soorten
  • Laag biodiversiteit: Weinig verschillen de soorten

Slide 19 - Slide

Biodiversiteit
Verlies biodiversiteit 
-> ecosysteem aangetast
= er leven minder soorten dieren en planten in de omgeving

Slide 20 - Slide

Milieu aantasting = <biodiversiteit

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Maak van §2.3 opdrachten 1 t/m 8

Slide 22 - Slide