5.1 je omgeving waarnemen

bs 1.3 metamorfose
Welkom
  • Ga rustig zitten volgens de plattegrond
  • Op je tafel: laptop, etui en biologie schrift 
  • Laptops blijven dicht
  • Wanneer de les start ben je stil
  • Aantekeningen in je schrift


1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

bs 1.3 metamorfose
Welkom
  • Ga rustig zitten volgens de plattegrond
  • Op je tafel: laptop, etui en biologie schrift 
  • Laptops blijven dicht
  • Wanneer de les start ben je stil
  • Aantekeningen in je schrift


Slide 1 - Slide

5.1 je omgeving waarnemen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt de werking van zintuigen uitleggen
  • Je kunt de verschillende zintuigen en bijhorende prikkel benoemen 

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij 'Waarnemen?

Slide 4 - Mind map

Waarnemen
Om je omgeving waar te nemen gebruik je zintuigen.

Zintuig = orgaan dat reageert op invloeden uit je omgeving.


Slide 5 - Slide

Zintuigen
= Orgaan dat reageert op prikkels


1. Bij welk orgaanstelsel horen de zintuigen? 

2. welke 2 zintuigen bevinden zich in de oren?

Slide 6 - Slide

Zintuigen
Hebben speciale zintuigcellen die prikkels opvangen.

Zintuigcellen sturen een impuls (elektrisch signaal) naar de hersenen, via de zenuwen.

In je hersenen wordt je bewust van de prikkels.

Slide 7 - Slide

Zenuwstelsel
 
Zenuwen > Verbinden het ruggenmerg en hersenen met de rest van ons lichaam

Slide 8 - Slide

Waarnemen
Wat gebeurt hier allemaal?
Wanneer WEET je dat de vlieg er zit?

Slide 9 - Slide

Impulsen
Impulsen zijn elektrische signalen of elektrische stroompjes.

Impulsen reizen van een zintuig naar de hersenen: waarnemen.

En van de hersenen naar de spieren en klieren: reageren 




Slide 10 - Slide

Prikkels
Een prikkel is een bepaalde invloed uit je omgeving.

Denk daarbij aan

Slide 11 - Slide

Zintuigen
  • Speciale cellen in zintuigen vangen prikkels op > zintuigcellen.
Zintuigcellen zijn verbonden met zenuwen. 

Waarom is het belangrijk dat zintuigen verbonden zijn met zenuwen?

Slide 12 - Slide

Waarnemen
  1. Prikkel wordt ontvangen door zintuig 
  2. zintuigcellen zetten prikkel om in impuls (elektrisch signaal)
  3. Impulsen worden via de zenuwen verstuurt 
  4. komen via het ruggenmerg in de hersenen terecht. 
  5. Hersenen verwerken impuls en 
      reageren hierop
  • Pas wanneer het impuls is de hersenen is verwerkt neem je de prikkel waar. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Prikkel of impuls
Prikkel
= invloed vanuit omgeving

Impuls 
=elektrisch signaal in zenuwen (zenuwen maken geen impuls) 



Slide 15 - Slide

Zintuigen in de huid
Warmte- en koude zintuigen > Temperatuur 
Tastzintuigen > structuur van voorwerpen (zacht/ruw/scherp)
Drukzintuigen > mate van druk op de huid
Pijnpunten > uiteinde van bepaalde zenuwen

Slide 16 - Slide

Zintuigen in de huid
- tastzintuigen: liggen vlak onder de opperhuid en nemen lichte aanraking waar.
- drukzintuigen: liggen dieper in de huid, reageren op druk.
- koudezintuigen: nemen kou waar
- warmtezintuigen
- pijnpunten: vrije uiteinden van
zenuwen. komen op allerlei plaatsen 
in je lichaam voor. 

Slide 17 - Slide

Pijnpunten
  • Pijnpunten nemen pijn waar. Pijnpunten zijn uiteinden van zenuwen. 
  • Pijnpunten komen op allerlei plaatsen in je lichaam voor, ook in dieper gelegen organen.

Slide 18 - Slide

Gebieden in de hersenen

Slide 19 - Slide

Waarneming
  • Prikkel: invloed uit de omgeving. 
  • Zintuig: een orgaan dat op prikkels reageert en impulsen maakt.
  • Impuls: elektrisch signaal dat van zintuigen via zenuwen naar hersenen gaat.
  • Waarneming: als hersenen impulsen verwerken.

Slide 20 - Slide

Aan de slag
wat
5.1 opdrachten 1 t/m 3, 5 t/m 9
Hoe
zelfstandig, zachtjes overleggen
Heb je een vraag? Steek je hand op of vraag je buur
HW
Maandag 11/03
Tijd
Tot het einde van de les 
Klaar
Maak een samenvatting 
HW ander vak


Slide 21 - Slide

Wat is een zintuig?
A
Een orgaan dat reageert op impulsen
B
Een orgaan dat reageert op prikkels

Slide 22 - Quiz

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls?

Slide 23 - Open question

Hoeveel soorten zintuigen bevinden zich in de huid?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 24 - Quiz

Welke kleur heeft deze jurk?

Slide 25 - Slide

Zintuigen
Ontstaat er in zintuigcellen bij elke prikkel altijd een impuls?



Slide 26 - Slide

Drempelwaarde
Kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt 
Prikkel sterker dan drempelwaarde = impuls gemaakt door zintuigcellen


Slide 27 - Slide

drempelwaarde
Prikkel sterker dan drempelwaarde
=
zintuigcellen maken impuls

Slide 28 - Slide

Impulsfrequentie
Aantal impulsen per seconde 
Hoe sterker de prikkel = Hoe meer impulsen doorgegeven = Hoe groter impulsfrequentie 


zwakke prikkel
sterke prikkel

Slide 29 - Slide

Adequate prikkel
Type prikkel waar een zintuig extra gevoelig voor is, hiervoor is een lage drempelwaarde.

Gewenning = 
Verhogen van drempelwaarde door langdurige blootstelling aan prikkel




Slide 30 - Slide

Aan de slag
Basisstof 5.1 
opdrachten: 1 t/m 9

klaar? maak dan de samenhang over SYNESTHESIE
weer klaar? ga naar de flitskaarten en testjezelf!!


Slide 31 - Slide

Aan de slag
wat
5.1 opdrachten 1 t/m 3, 5 t/m 9
Hoe
zelfstandig, zachtjes overleggen
Heb je een vraag? Steek je hand op of vraag je buur
HW
woensdag 26/03
Tijd
Tot het einde van de les 
Klaar
Maak een samenvatting 
HW ander vak


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Ligging van de zintuigen

Slide 34 - Slide

Wat is een zintuig?
A
Een orgaan dat reageert op invloeden uit de omgeving
B
Een orgaanstelsel dat reageert op ??
C
Een stelsel dat reageert op prikkels
D
Geen van de bovenstaande

Slide 35 - Quiz

Het zintuig waarmee je ruikt heet het.....?

Het zintuig waarmee je proeft heet het...….?
A
neus en mond
B
neus en tong
C
reukzintuig en smaakzintuig
D
ruikzintuig en proefzintuig

Slide 36 - Quiz

Dit vangen de zintuigcellen in je zintuigen op
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 37 - Quiz

Je hebt geleerd dat je waarneemt via je zintuigen. Wat is GEEN zintuig?
A
Pijnzintuig
B
Tastzintuig
C
Warmtezintuig
D
Huidzintuig

Slide 38 - Quiz

De functies van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken

Slide 39 - Quiz


Een pijnpunt is een uiteinde van bepaalde zenuw die pijn waarneemt
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 40 - Quiz

Waar ontstaan impulsen?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel

Slide 41 - Quiz

1. Je hersenen verwerken de informatie die je zintuigen
sturen.
2. Sommige lichaamsdelen hebben meer zintuigcellen dan
andere.
A
Beide waar
B
Beide niet waar
C
1: waar 2: niet waar
D
1: niet waar 2: waar

Slide 42 - Quiz

Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
In de zintuigcellen ontstaan impulsen
De impuls wordt door zenuwen naar de hersenen geleid
De hersenen verwerken de impulsen van alle zintuigen
Je wordt je bewust van wat je waarneemt
Een prikkel komt via het zintuig in de zintuigcel terecht

Slide 43 - Drag question