This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
DNA en chromosomen deel 1
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Je kunt de bouw en de functie van het DNA beschrijven
je kunt beschrijven hoe het proces van DNA replicatie verloopt
Slide 2 - Slide
Een celkern met DNA
Slide 3 - Slide
Gedraaide touwladder/ dubbele helix
'Het touw' bestaat uit een fosfaatgroep (PO4) afgewisseld met een suiker (desoxyribose)
DNA-
molecuul
Slide 4 - Slide
'De treden' bestaan uit baseparen. Er zijn vier verschillende stikstofbasen: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G
DNA-
molecuul
Slide 5 - Slide
Nucleotide: bouwsteen van DNA
Bestaat uit 1 fosfaatgroep, 1 suiker en 1 stikstofbase
DNA-
molecuul
Slide 6 - Slide
De ene streng is complementair aan (een soort negatief van)de andere.
Als je de ene streng weet, weet je de andere ook.
DNA-
molecuul
Slide 7 - Slide
Oriëntatie: Elke streng heeft een 3` kant en een 5` kant. De 3` kant is de kant waar de streng eindigt met de suiker, de 5` kant is de kant die eindigt met de fosfaatgroep
DNA-
molecuul
Slide 8 - Slide
Oriëntatie: Beide strengen liggen andersom georiënteerd.
DNA-
molecuul
Slide 9 - Slide
DNA-
molecuul
Slide 10 - Slide
DNA-
molecuul
Slide 11 - Slide
DNA in de kern
DNA (1 molecuul is bijna 2
meter lang) zit met eiwitten
(histonen) opgekruld tot een
chromatinedraad.
Goed kijken naar tabel
70A.
Slide 12 - Slide
DNA in de kern
Tijdens de mitose
spiraliseert het
chromatine verder tot
zichtbare chromo-
somen
Goed kijken naar tabel
70A.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Genoom = totale DNA
Buiten de kern heb je ook DNA in de mitochondriën = mtDNA.
Hierop staan genen voor eiwitten die betrokken zijn bij de dissimilatie (verbranding in mitochondria) en verschillende typen RNA die betrokken zijn bij de translatie.
mtDNA erft via de moeder over.
Slide 15 - Slide
Genoom
DNA bevat genen: coderend DNA.
Elk gen codeert voor 1 eiwit mbv de volgorde van ATC en G.
Daarnaast bevat DNA veel niet-coderend DNA.
Functie: template voor het maken van rRNA of tRNA, aan/ uitzetten van genen, uiteindes van een chromosoom
Slide 16 - Slide
Samenvattend
Slide 17 - Slide
0
Slide 18 - Video
Levenscyclus van een cel
S-fase: DNA verdubbeling
Slide 19 - Slide
Mitose
BINAS 76B1
Tijdens de mitose wordt het verdubbelde DNA weer gesplitst en in twee verschillende cellen gestopt
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
DNA replicatie
Stap 1: Enzym helicase verbreekt de waterstofbruggen tussen de baseparen. De twee strengen raken los van elkaar. Er ontstaan replicatievorken.
Slide 22 - Slide
Helicase enzym
Slide 23 - Slide
DNA replicatie
Stap 2: Er wordt een RNA primer aangebouwd door het enzym primase. De RNA primer bestaat uit een stukje RNA, complementair aan de DNA streng.
Slide 24 - Slide
DNA replicatie
Stap 3: Het enzym DNA-polymerase bindt aan de primer en begint het DNA af te lezen. Dit kan alleen van de 3`kant naar de 5`kant.
Slide 25 - Slide
DNA replicatie
Stap 3: Het enzym DNA-polymerase bouwt een nieuwe, complementaire streng met behulp van losse DNA bouwstenen. De nieuwe streng wordt gebouwd van 5` naar 3`.
Slide 26 - Slide
DNA replicatie
De bouw van de leidende streng kan in één keer. Hier kan DNA-polymerase de hele streng van 3` naar 5` aflezen.
Leidende streng
Slide 27 - Slide
DNA replicatie
De bouw van de volgende streng moet in kleine stukjes: Okazaki fragmenten.
Volgende streng
Slide 28 - Slide
DNA replicatie
Stap 5: Het enzym ligase bindt de losse DNA fragmenten aan elkaar.
Slide 29 - Slide
DNA replicatie
Stap 4: Een ander DNA-polymerase enzym verandert de RNA primers in DNA stukken.
Slide 30 - Slide
DNA replicatie
DNA replicatie is semi-conservatief, dwz elk nieuw DNA molecuul bestaat uit een oude streng en een nieuwe streng.