V4 - Texto tarta de queso

Bienvenidos V4
Objetivo: 
Saber qué postres hay en España y aprender 
la estrategia básica de textos
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansWOStudiejaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenidos V4
Objetivo: 
Saber qué postres hay en España y aprender 
la estrategia básica de textos

Slide 1 - Slide

¿Qué no hemos hecho en la clase anterior ?
A
hemos jugado al juego bingo
B
hemos hablado sobre las reglas
C
Hemos aprendido el imperfecto
D
Hemos repasado el perfecto

Slide 2 - Quiz

Hoy en clase
  • La preparación para la clase de hoy
  • Conocimiento general
  • Estrategia básica
  • Hacer texto 8
  • Evaluación
  • La preparación para el jueves

Slide 3 - Slide

La preparación para hoy
Leren bijlage perfecto (en je aantekeningen over de perfecto).
Na het leren weet je hoe je deze tijd vertaald, hoe je het maakt en de onregelmatige werkwoorden met hun betekenissen.
Meenemen je laptop, Spaanse schrift, reader en pennen!

Slide 4 - Slide

Una explicación sobre las clases

Una hora: hacer textos y conocer el mundo latino
dos horas: hacer presentación y conocer la gramática española

Slide 5 - Slide

El perfecto
Explica en 30 segundos a tu compañero/a de clase como se forma el perfecto y 3 verbos irregulares.

Después hacer ejercicio 12 del reader pág. 21
timer
0:30
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Escribe 3 postres/pasteles que conoces de España o Latinoamérica
timer
1:00

Slide 7 - Open question

Fragmento auditivo
Vas a ver una selección de postres españoles y después escribes en tu cuaderno de español:

Escribe 1 postre que ya conoces.
Escribe 1 postre que no conoces.
Escribe 1 postre que te gusta comer.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat doe je altijd voordat je een tekst gaat lezen? Bespreek met je klasgenoot.
timer
0:30

Slide 10 - Open question

Estrategia básica de textos
  1. Bekijk de plaatjes, lees en vertaal de titel.
  2. Lees de inleiding en vertaal deze of vat deze samen.
  3. Nu weet je waar de tekst over gaat.
  4. Lees de eerste vraag, maar kijk niet naar de antwoorden.
  5. Lees het stuk tekst waar de vraag naar verwijst.
  6. Markeer in de tekst waar het antwoord staat
  7. Formuleer je eigen antwoord (schrijf ook op)
  8. Vergelijk jouw antwoord met a,b,c of d. Welke lijkt het meest op jouw antwoord?


Slide 11 - Slide

timer
0:20
¿Puedes decir 3 postres españoles a tu compañero/a de clase?

Slide 12 - Mind map

timer
0:20
¿Puedes decir 3 postres españoles a tu compañero/a de clase?

Slide 13 - Mind map

Hacer texto 2 pág 37 en silencio
usar = denk in het Engels
similar = denk in het Engels
antigua/o = denk in het Nederlands
ahora = nu
el postre =  het toetje
el horno = oven
el frigorífico = de koelkast
preparar = voorbereiden
ligero/a = licht


timer
6:00

Slide 14 - Slide

La preparación para el lunes
Laptop/reader/schrift/pen mee.
Leren vocabulaire van reader pag. 51 esp-hol/hol-esp schrijvend!

Slide 15 - Slide

La evaluación
Vertel aan je klasgenoot hoe jij een tekst in het Spaans aan pakt.
Noem 3 toetjes uit Spanje aan je klasgenoot.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide