Metaalbinding en eigenschappen van metalen

niet metalen, metalen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

niet metalen, metalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een metaalbinding is, waarop deze berust en waarom legeringen harder zijn dan zuivere metalen. Je kunt ook eigenschappen van metalen benoemen en verbanden leggen met de opbouw van het metaalrooster.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Moleculen, metalen, zouten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over metaalbinding en eigenschappen van metalen?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een metaalbinding?
Een metaalbinding is een chemische binding tussen metaalatomen. Het is een type binding waarbij metalen elektronen delen en een positieve lading hebben. De delokaliseerde elektronen zorgen voor de typische eigenschappen van metalen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Berusting van de metaalbinding
De metaalbinding berust op het feit dat metaalatomen hun buitenste elektronen gemakkelijk kunnen afstaan. Hierdoor ontstaat een 'zee' van delokaliseerde elektronen die vrij kunnen bewegen door het metaalrooster.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom zijn legeringen harder dan zuivere metalen?
Legeringen zijn harder dan zuivere metalen omdat ze bestaan uit een mengsel van verschillende soorten metaalatomen. Dit verstoort het regelmatige metaalrooster, waardoor het moeilijker wordt voor de metaalatomen om te bewegen en vervormen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen van metalen
Metalen hebben verschillende eigenschappen, waaronder elektrische geleiding, vervormbaarheid en een hoog smeltpunt. Deze eigenschappen zijn te wijten aan de delokaliseerde elektronen en de opbouw van het metaalrooster.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Elektrische geleiding
Metalen geleiden elektriciteit goed omdat de delokaliseerde elektronen vrij kunnen bewegen door het metaalrooster en elektrische stroom kunnen dragen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vervormbaarheid
Metalen kunnen gemakkelijk worden vervormd doordat de metaalatomen kunnen verschuiven zonder de delokaliseerde elektronen te verliezen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Smeltpunt
Metalen hebben over het algemeen een hoog smeltpunt omdat de metaalbinding sterk is en veel energie vereist om de bindingen tussen de metaalatomen te verbreken.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van het metaalrooster
Het metaalrooster bestaat uit regelmatige lagen van metaalatomen die worden samengehouden door de metaalbinding. De delokaliseerde elektronen bevinden zich tussen de metaalatomen en dragen bij aan de eigenschappen van metalen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verbanden leggen
De eigenschappen van metalen kunnen worden verklaard door de opbouw van het metaalrooster. De delokaliseerde elektronen zorgen voor goede geleiding, terwijl de beweeglijkheid van de metaalatomen zorgt voor vervormbaarheid.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Aan het einde van de les hebben we geleerd wat een metaalbinding is, waarop deze berust en waarom legeringen harder zijn dan zuivere metalen. We hebben ook eigenschappen van metalen besproken en verbanden gelegd met het metaalrooster.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vragen?
Zijn er nog vragen over metaalbinding en eigenschappen van metalen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.