Intro Taalblokken

Intro Taalblokken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Intro Taalblokken

Slide 1 - Slide

Vandaag
15.30 - 16.00
Uitslagen nulmetingen
Teruggeven Taal is mijn tool
Inloggen in Taalblokken
16.00-17.00
Nulmeting inhalen
Starten met TB H1

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je krijgt feedback op de opdracht Taal is mijn tool
Je kan inloggen op Taalblokken en neemt kennis van de bouwstenen.
Je kunt de tekstdoelen informeren, overtuigen, instrueren en amuseren herkennen.

Slide 3 - Slide

is = eens

Slide 4 - Slide

Me = geen bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Slide

Het is gebruikelijk om de volgende getallen in een lopende tekst als een woord te schrijven:

getallen tot twintig: twee, achtste, zeventien, de negentiende eeuw;
tientallen: de twintigste eeuw, dertig, vijftig, tachtigste, negentig;
honderdtallen: honderdste, driehonderd, achthonderdste;
duizendtallen: duizend, drieduizend, zesduizendste;
tienduizendtallen tot twaalfduizend: tienduizendste, twaalfduizend;
de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz.: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 6 - Slide

Hen

  • Als lijdend voorwerp
    Hij mist hen.
    De directeur ontslaat hen.
  • Als meewerkend voorwerp MET voorzetsel.
    De vrouw geeft eten aan hen. Het huis is van hen.
Hun

  • Als bezittelijk vnw.
    Het is hun huis.
    Hun pauze is later.
  • Als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel
    De vrouw geeft hun wat te eten. (Het is hun eten.)
'Hen' of 'hun' 

Slide 7 - Slide

Talen
Alle talen schrijf je met een hoofdletter:
Nederlands, Engels, Marokkaans, Pools, 

Slide 8 - Slide

Inloggen in Taalblokken
Klascode 153765

Slide 9 - Slide

Kijk even rond in Taalblokken. Wat zie je?

Slide 10 - Open question

Tekstdoelen 
  • Een schrijver schrijft een tekst met een reden. 
Deze reden noem je het tekstdoel.
  • Er zijn verschillende tekstdoelen, bijvoorbeeld:
  1. Informeren
  2. Overtuigen
  3. Activeren
  4. Amuseren
  5. Instruëren

Slide 11 - Slide

Werk in tweetallen
Kies een tekstdoel uit.
Zoek op wat de kenmerken zijn van dit tekstdoel.
Zoek voorbeelden op die bij dit tekstdoel horen.

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Vul je antwoord in op Padlet
https://padlet.com/averschuur/tekstdoelen-wxe6av6gaukyjcrr

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Taalblokken
1.1 Warmlopen:  opdr 1-3
1.2 Lezen: 1-3, 6-10, 11-15
1.4 Luisteren : 1-6

Slide 14 - Slide

Lesdoelen behaald?
Je krijgt feedback op de opdracht Taal is mijn tool
Je kan inloggen op Taalblokken en neemt kennis van de bouwstenen.
Je kunt de tekstdoelen informeren, overtuigen, instrueren en amuseren herkennen.

Slide 15 - Slide

Ik ben wel/niet tevreden over mijn werkhouding, omdat...

Slide 16 - Mind map