LessonUP K1 H4

Kom binnen!
Ga lekker op je eigen plek zitten!
Doe je jas uit, oortjes uit en petten af.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kom binnen!
Ga lekker op je eigen plek zitten!
Doe je jas uit, oortjes uit en petten af.

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Ga je ontdekken hoe je er voor staat voor de toets.
- Kom je er achter welke onderdelen je nog eens extra moet leren
- Stel je alle vragen die je hebt over de toets.

Slide 2 - Slide

Je hebt zometeen 2 minuten om klaar te zitten voor de LessonUp.
- Ben ik ingelogd?
- Zit ik klaar om mee te doen met de les?

timer
2:00

Slide 3 - Slide

Juist of onjuist:
Door de toename van de bevolking kwam er meer vraag naar producten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Juist of onjuist:
Mensen die producten verkopen heten ambachtslieden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Juist of onjuist:
Veel boerenzonen gingen ander werk doen en werden bakker of meubelmaker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Juist of onjuist:
Dit tijdvak heet kastelen en steden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Juist of onjuist:
Om een muur om je stad te mogen bouwen, heb je stadsrechten nodig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Juist of onjuist:
Door centralisatie kan er geen staatsvorming plaatsvinden.
A
.Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Welke taak hoort bij wie:
Deze persoon is een graaf van één gewest.
A
Schout
B
Geestelijke
C
Koning
D
Edelman

Slide 10 - Quiz

Welke taak hoort bij wie:
Deze persoon betaalt belasting en woont in de stad
A
Schout
B
Boer
C
Burger
D
Koning

Slide 11 - Quiz

Welke taak hoort bij wie:
Deze persoon is de baas van één stad
A
Koning
B
Schout
C
Edelman
D
Geestelijke

Slide 12 - Quiz

Welke taak hoort bij wie:
Deze persoon is de baas van de kerk
A
Schout
B
Koning
C
Geestelijke
D
Burger

Slide 13 - Quiz

Welke taak hoort bij wie:
Deze persoon is de baas over de hele staat.
A
Schout
B
Edelman
C
Koning
D
Boer

Slide 14 - Quiz

Welke taak hoort bij wie;
Deze persoon levert producten aan de stad
A
Burger
B
Boer
C
Schout
D
Geestelijke

Slide 15 - Quiz

Wat betekent 'Staten-Generaal'?

Slide 16 - Open question

Een stad waar meestal de regering zit
Een stad met veel invloed op de wereld
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners
Wereldstad
Megastad
Hoofdstad

Slide 17 - Drag question

In de stad waren burgers
, de stad wordt bestuurd door 
de                  en de                                . Het stadsbestuur kreeg meer rechten van de graaf door                                      .De stad kon dan bijvoorbeeld                                        . De graaf verdiende door de stad meer                     , maar had door de stadsrechten minder                   .
Vul de tekst in, gebruik hiervoor de woorden hieronder!
belasting te betalen
vrij
een stadsmuur bouwen
schout
geld
schepenen
macht

Slide 18 - Drag question

Opdracht: Sleep de kenmerken en gebouwen naar de juiste stad
Grootste havenstad
Hoofdstad
Snelst groeiende stad
Regeringsstad
Meest centraal gelegen

Slide 19 - Drag question

Zakencentrum
Wereldstad
Schepenen
Schout
Centralisatie
Staatsvorming
Voorstad
Als een land vanuit één centrale plek wordt bestuurd
Stad met veel inwoners en veel invloed op de wereld
Woonstad rond de grote stad met laagbouw
Centrum van een stad met kantoren en dure winkels
Burgemeester
Als een land/gebied steeds meer als eenheid wordt bestuurd
Bestuurders en rechters in een stad

Slide 20 - Drag question

10.
veel landbouw
jonge mensen trekken hier vaak naartoe
aantal huizen en bedrijven groeit
landelijk gebied in de buurt van een grote stad
landelijk gebied ver van de grote stad vandaan
stad

Slide 21 - Drag question

Dit zie ik in een stad van vroeger:
Dit zie ik in een stad van nu:
Hier wonen ongeveer duizen mensen
Hier rijden paard en wagen
Hier staan flats en hoge gebouwen
Hier rijden metro's, trams en bussen
Hier zijn de huizen klein en smal
De mensen die hier wonen werken in de stad
De mensen die hier wonen werken buiten de stad
Hier wonen veel meer dan 1000 mensen

Slide 22 - Drag question