This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
De Oude Grieken
VidT De Olympische Spelen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Planning
Terugblik vragen vorige les.
Bespreken / nakijken huiswerk en inleveren boekendoos
Lesstof paragraaf VidT
Test via LessonUp
Huiswerk volgende week : SO + m. VidT
Slide 3 - Slide
Griekse Goden
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Huiswerk bespreken
Boekendoos op tafel.
Huiswerk 2.5
In tweetallen bespreken.
Nakijkbladen
Slide 9 - Slide
Kijk samen met je buurman/ buurvrouw de opdrachten van 2.5 na!
Als je klaar bent lever je het antwoordblad in en ga je in stilte Vergelijk in de Tijd maken of leren voor het SO!
timer
10:00
Slide 10 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je verschillen en overeenkomsten benoemen en herkennen tussen de oude Olympische Spelen en de moderne Olympische Spelen.
Slide 11 - Slide
timer
0:30
Bekijk 30 seconden erg goed naar het plaatje. Je krijgt er zo een vraag over:
Slide 12 - Slide
Welke 6 sporten beoefende de Grieken tijdens de Olympische Spelen?
Slide 13 - Open question
Antwoorden:
1. Hardlopen
2. Speerwerpen
3. Discuswerpen
4. Worstelen
5. Boksen
6. Ver springen
Slide 14 - Slide
De oude Olympische Spelen!
776 v. Chr. tot 393 n. Chr.
Elke vier jaar
Ter ere van Zeus
Naakt
Eerder in het jaar spelen voor de vrouwen
Ter ere van Hera
Met kleding
Slide 15 - Slide
Lees
Het kopje
¨De Spelen in de oudheid¨
en maak de vragen 1 en 2!
timer
4:00
Slide 16 - Slide
Vraag 1 en 2!
Slide 17 - Slide
De moderne Olympische Spelen
Opgravingen 19e eeuw De Coubertin
1896 in Athene
Om de vier jaar
Telkens in een andere stad
1920 Olympische eed
1928 Olympische vlam
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Twee uitspraken over de Olympische Spelen:
I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen". II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.
Slide 20 - Quiz
In welke Griekse stad zijn de eerste Olympische Spelen gehouden?
A
Athene
B
Olympia
C
Delphi
D
Issos
Slide 21 - Quiz
Wat werd in de Griekse Oudheid tijdens de Olympische Spelen tijdelijk stilgezet?
A
Theatervoorstelling, zoals tragedies en komedies
B
Oorlogen
C
De handel tussen stadstaten
D
Offers brengen aan Griekse goden
Slide 22 - Quiz
Hoe heette de belangrijkste god van de Oude Grieken?
A
Aphrodite
B
Zeus
C
Poseidon
D
Odysseus
Slide 23 - Quiz
Wat was in de Griekse oudheid geen Olympische sport?
A
Hardlopen
B
Discuswerpen
C
Kogelstoten
D
Speerwerpen
Slide 24 - Quiz
Hiernaast zie je de Olympische ringen. Welk werelddeel (= continent) stelt de rode ring voor?
A
Europa
B
Azië
C
Afrika
D
Noord-Amerika
Slide 25 - Quiz
Hoe vaak worden de Olympische Spelen gehouden?
A
Eens in de 2 jaar
B
Eens in de 4 jaar
C
Eens in de 5 jaar
D
Eens in de 10 jaar
Slide 26 - Quiz
Waar waren de Olympische Spelen in 1928?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Athene
D
Londen
Slide 27 - Quiz
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 28 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 29 - Open question
Resterende tijd
Huiswerk: SO begrippen hfst. 2 (denk aan bonussysteem)