V4A - Periode 4 - Bijwoorden van tijd

BIJWOORDEN VAN TIJD
Hier kun je uitleg en oefenmateriaal vinden over de bijwoorden van tijd. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BIJWOORDEN VAN TIJD
Hier kun je uitleg en oefenmateriaal vinden over de bijwoorden van tijd. 

Slide 1 - Slide

Met een bijwoord van tijd kun je aangeven hoe vaak iemand iets doet of gebruikt. Op de toets moet je het bijwoord van tijd op de juiste plek in de zin kunnen plaatsen. 
 

Voorbeelden van bijwoorden van tijd zijn: always, often, seldom, sometimes, usually, ever, never, almost, already, still, just, soon.

Slide 2 - Slide

REGEL 1
Het bijwoord staat voor het hoofdwerkwoord in de zin (behalve bij to be): 
  • She sometimes stays up until two o'clock at night.
In deze zin is 'stays up' het hoofdwerkwoord. 
  • I never liked that boy.
In deze zin is 'liked' het hoofdwerkwoord. 
  • She usually leaves a note before she leaves home. 
In deze zin is 'leaves' het hoofdwerkwoord.



Slide 3 - Slide

My friend skips an episode. (never)

Slide 4 - Open question

My friend never skips an episode. 
In deze zin is 'skips' het hoofdwerkwoord. Het bijwoord van tijd 'never' komt voor het hoofdwerkwoord. 

Slide 5 - Slide

They go to a pub on Friday. (often)

Slide 6 - Open question

They often go to a pub on Friday.
In deze zin is 'go' het hoofdwerkwoord. Het bijwoord van tijd 'often' komt voor het hoofdwerkwoord. 

Slide 7 - Slide

REGEL 2
Het bijwoord komt achter het werkwoord 'to be': 
  • I am often home alone.
In deze zin is 'am' de vervoeging van 'to be'.
  • My parents were never there when I needed them.
In deze zin is 'were' de vervoeging van 'to be'.
  • She is always happy to see her dog again. 
In deze zin is 'is' de vervoeging van ' to be' . 



Slide 8 - Slide

Our cousins are happy to see us. (usually)

Slide 9 - Open question

Our cousins are usually happy to see us.
Het bijwoord 'usually' komt in deze zin na de vervoeging van 'to be': are. 

Slide 10 - Slide

She is really annoyed with him. (still)

Slide 11 - Open question

She is still really annoyed with him.
Het bijwoord 'still' komt in deze zin na de vervoeging van 'to be': is. 

Slide 12 - Slide

REGEL 3
Als er een hulpwerkwoord in de zin staat (have, will, must, might, could, would, can, etc.) dan staat het bijwoord achter het eerste hulpwerkwoord:
  • You will never learn.
Bij 'will learn' is 'will' het eerste hulpwerkwoord. Never komt daarna. 
  • They have often been warned about this.
  • I have already seen the film.
  • It will soon be one year since we met.


Slide 13 - Slide

She has asked for a raise. (already)

Slide 14 - Open question

She has already asked for a raise.
He bijwoord 'already' komt na het eerste hulpwerkwoord 'has'. 

Slide 15 - Slide

They will try their best. (always)

Slide 16 - Open question

They will always try their best.
He bijwoord 'always' komt na het eerste hulpwerkwoord 'will'. 

Slide 17 - Slide

REGEL 4
Het bijwoord staat na het onderwerp in vragen: 
  • Do you always leave home this early?
Het onderwerp in deze vraagzin is 'you'. 
  • Is she often like this?
Het onderwerp in deze vraagzin is 'she'.
  • Will you never learn? 
Het onderwerp in deze vraagzin is 'you'. 


Slide 18 - Slide

Have you seen that movie? (already)

Slide 19 - Open question

Have you already seen that movie?
Het ondewerp in deze vraagzin is 'you'. 

Slide 20 - Slide

Does she lock herself out of her house? (often)

Slide 21 - Open question

Does she often lock herself out of her house?
Het onderwerp in deze vraagzin is 'she'. 

Slide 22 - Slide

MEER OEFENEN?
Kijk nog even naar de opdracht op p.21 of vraag mevrouw Korten om extra oefenmateriaal. 

Slide 23 - Slide