Het menselijk lichaam - verteringsstelsel

Het menselijk lichaam 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Het menselijk lichaam 

Slide 1 - Slide

Wat heb je op je tafel: 
  • Schriftje of papier (voor aantekeningen)
  •  Pen of potlood
  • Laptop = dicht.

Slide 2 - Slide

Afspraken: tijdens de workshop
Tijdens de workshop:
  • Zijn we stil en kijken we de docent aan. 
  • Als je iets wil vragen dan steek je je vinger op. 
  • We praten niet niet door de workshop heen en maken geen opmerkingen zonder onze vinger op te steken.
  • Maak je aantekeningen in je schrift.

Slide 3 - Slide

Planning
  • Workshop verteringsstelsel
  • Uitleg over doe-opdracht verteringsstelsel 
  • Werken aan doe-opdracht verteringsstelsel 
  • Klassikale afsluiting

Slide 4 - Slide

Vierkante poep?
  • Na deze workshop weet je welk dier vierkante poep heeft en hoe dit kan! 

Slide 5 - Slide

Wat weet je al over het verteringsstelsel?

Slide 6 - Mind map

Leerdoelen
1.) De organen van het verteringsstelsel kunnen herkennen in verschillende afbeeldingen
2.) De organen en hun functie begrijpen
3.) Het verschil weten tussen verteringsklier en verteringssap
4.) Kunnen uitleggen wat enzymen doen en hoe ze dat doen
5.) Kunnen uitleggen welke voedingsstof waar wordt verteerd

Slide 7 - Slide

Als je het hebt over de leerdoelen van de slide hierboven: Hoeveel denk je dat je er nu kent/kunt?
-14

Slide 8 - Poll

Doel verteringsstelsel
Doel: voedingsstoffen klein genoeg maken zodat ze in je bloed passen.

Direct opneembaar, dus klein genoeg: glucose, water, vitaminen en mineralen.


Niet direct opneembaar, dus te groot: eiwitten, koolhydraten en vetten.
Dit moet verteerd worden



Slide 9 - Slide

Functie globaal (terugkijken)

Slide 10 - Slide

Belangrijke organen en begrippen
-Mond en slokdarm
-Maag
-Twaalfvingerige darm 
-Dunne darm en blinde darm
-Dikke darm, endeldarm en anus
-Alvleesklier en lever

Verteringsklieren
-Bijv. Speekselklier
Verteringssap
-Bijv. speeksel

Slide 11 - Slide

Mondholte
In de mond
-Speeksel bevat amylase (enzym)
-Kauwen: vergroot oppervlakte voedsel, handig voor enzymen
-Amylase: enzym dat koolhydraten verteert

Slide 12 - Slide

Mondholte naar slokdarm
-De vertering van voedsel begint in de mondholte

-Met je gebit kauw je het voedsel tot kleinere deeltjes
-Strotklep en huig zijn belangrijk (om verslikken te voorkomen)!




-Het volgende onderdeel is de slokdarm



Slide 13 - Slide

Maag
- Vanaf slokdarm naar de maag via peristaltische bewegingen (door kringspieren en lengte spieren)

- De maag is een soort ballon waar voedsel in opgeslagen wordt!

In de maag zitten belangrijke klieren!
-Maagsapklier - maakt maaksap
-Maagsap - bevat zoutzuur, doodt bacteriën
-Protease - verteert eiwitten




Slide 14 - Slide

Twaalfvingerige darm
Druk station!
Lever maakt gal --> opslag in galblaas --> gal splitst vet in een aantal kleine stukjes: Dit heet emulgeren.

Alvleesklier: voegt alvleessap toe
Alvleessap: bevat lipase, amylase, protease
Lipase: verteert vet
Amylase: verteert koolhydraten
Protease: verteert eiwitten

Slide 15 - Slide

Dunne en dikke darm
Dunne darm
- Ongeveer 5 meter lang!
-Lipase, amylase en protease doen hier hun werk nog een tijdje
-Verteerde voedingsstoffen zijn vanaf hier op te nemen in het bloed.

Dikke darm
-Heel veel opname van vocht en verteerde voedingsstoffen in het bloed
- Daardoor verandert de voedselbrij in poep!

Slide 16 - Slide

Darmwand
Van groot naar klein
Darmwand - darmplooi - darmvlokken en darmsapklieren - microvlokken

- Door de darmvlokken worden vocht en voedingstoffen opgenomen in kleine haarvaten (bloedvaten)

Wanneer de voedingsstoffen in het bloed zijn opgenomen --> worden ze naar het hele lichaam vervoert (via het bloedvatenstelsel)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

De eindhalte...
  • De endeldarm is het laatste deel 
    van je darmen. Het is een opslag-
    plaats voor ontlasting (poep). 

Slide 19 - Slide

De vierkante poep van de wombat:
  • De rekbaarheid is niet overal in de darm
    even groot. Daardoor wordt de poep
    in een vierkante vorm gedrukt.

  • Doordat de poep vierkant is rolt het niet
    van rotsen of boomholtes af! Handig!
  • De poep wordt gebruikt om hun territorium
    te bewaken!

Slide 20 - Slide

Ik woon hier, ga weg!

Slide 21 - Slide

Doe-opdracht verteringsstelsel
  • Deze week ga je aan de slag met de doe-opdracht verteringsstelsel

  • De doe-opdracht bestaat uit 2 opdrachten (1 en 2). Je maakt deze opdrachten met je hele MC!
  • Opdracht 1: Infographic maken van het hele verteringsstelsel.
  • Opdracht 2: presenteren van een onderdeel van het verteringsstelsel (Met je infographic! Je hoeft geen PowerPoint te maken!).
    Je hoort in de les (door dobbelspel) welk onderdeel je MC presenteert.

Slide 22 - Slide

Rubrics
  • Je gebruikt de rubrics van opdracht 1 (infographic) en opdracht 2 (presentatie) bij het maken van de doe-opdracht!

Slide 23 - Slide

Doorlezen van Doe-opdracht.
  • Wat ga je doen: doorlezen van de doe-opdracht verteringsstelsel (opdracht 1 en 2) + de rubrics.
  • Hoe doe je dat: individueel én in stilte.
  • Hoelang heb je de tijd: 5 minuten.


  • Klaar? Even wachten!
timer
5:00

Slide 24 - Slide

Exit-Vragen
1. Welke voedingsstoffen moet je verteren? 
2. Hoe werken enzymen?
3. Wat is de functie van het gebit?
4. Wat is de opdracht?

Slide 25 - Slide

Leerdoelencheck
1.) De organen van het verteringsstelsel kunnen herkennen in verschillende afbeeldingen
2.) De organen en hun functie begrijpen
3.) Het verschil weten tussen verteringsklier en verteringssap
4.) Kunnen uitleggen wat enzymen doen en hoe ze dat doen
5.) Kunnen uitleggen welke voedingsstof waar wordt verteerd

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Als je het hebt over de leerdoelen van de slide hierboven: Hoeveel denk je dat je er nu kent/kunt?
05

Slide 28 - Poll

Als je het hebt over de leerdoelen van de slide hierboven: Hoeveel denk je dat je er nu kent/kunt?
-34

Slide 29 - Poll

Exit-vraag
Stel: je bent een rode bloedcel en je bevind je in de haarvaten van de darm en je moet naar de kransslagader. Welke onderdelen (hart en bloedvaten) kom je allemaal tegen? Noem de kortste route en gebruik de juiste volgorde. 

Slide 30 - Slide

Exit-vraag 
Stel: je bent een rode bloedcel en je bevind je in de haarvaten van de darm en je moet naar de kransslagader. Welke onderdelen (hart en bloedvaten) kom je allemaal tegen? Noem de kortste route en gebruik de juiste volgorde. 

Slide 31 - Slide

timer
1:00
Stilte. shhht!
Fluisterniveau
MC-niveau
Werksfeer

Slide 32 - Slide