27-3

start
Pak je schrift, je doelenboekje, je pen en je laptop.
Log in bij office.com met je schoolmailadres.
Ga naar je outlook-mail.
Lees je mail en ga via mijn linkje naar Lesson Up
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

start
Pak je schrift, je doelenboekje, je pen en je laptop.
Log in bij office.com met je schoolmailadres.
Ga naar je outlook-mail.
Lees je mail en ga via mijn linkje naar Lesson Up

Slide 1 - Slide

27-3

Slide 2 - Slide

Wat zie jij op de foto?

Slide 3 - Open question

Welke beeldende kunstvorm vind jij het leukst?

Slide 4 - Poll

architectuur

Slide 5 - Mind map

welk beroemd Nederlands gebouw vind jij het mooist?

Slide 6 - Poll

start
inleveren telefoons/vapes/smart watches 
spullen pakken
09.00
start - kunst
grammatica - herhaling werkwoord verleden tijd
09.50
Reken mee met Rene
11.00
afmaken en nakijken Nieuwsbegrip 
11.50
Zelfstudie
13.10
Burgerschap - GELD
reflecteren op doelen
corvee: Sonya & Farah
14.00
muziek
daarna telefoon ophalen

Slide 7 - Slide

Werkwoord & tijd: OVT
Sterke & zwakke werkwoorden

Regelmatige werkwoord = zwak
houdt zich aan de regel Softketchup


Slide 8 - Slide


ik gaap
hij praat
wij antwoorden

ik gaapte (softketchup)
hij praatte (softketchup)
wij antwoordden (niet in de sofketchup)
Je kijkt naar de STAM van het werkwoord.
Staat de laatste letter van de STAM in de 
Softketchup? Dan komt er een T in de OVT.
Niet in de Softketchup? Dan komt er een D in de OVT.
zwakke werkwoorden

Slide 9 - Slide

Sterke werkwoorden 
Als het werkwoord in de verleden tijd een andere klank krijgt dan in de tegenwoordige tijd en als het voltooid deelwoord eindigt op -en.


Slide 10 - Slide


ik slaap       ik sliep 
hij vindt      hij vond 
wij lopen     wij liepen
zij wordt      zij werd

 ik heb geslapen
hij heeft gevonden
wij hebben gelopen
zij is geworden
De klank van het woord verandert dus in de OVT.
Dit gebeurt bij bijna alle veelvoorkomende werkwoorden.
sterke werkwoorden

Slide 11 - Slide

Sterke werkwoorden 
Als het werkwoord in de verleden tijd een andere klank krijgt dan in de tegenwoordige tijd en als het voltooid deelwoord eindigt op -en.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

25 meest gebruikte werkwoorden Nederlands
ZIJN         HEBBEN    WORDEN
ZULLEN    GAAN        ZEGGEN
MAKEN     DOEN        MOETEN
VRAGEN   HELPEN      LIJKEN
WILLEN    DRINKEN    ETEN
MOGEN    ZIEN          ZOEKEN
VINDEN   WONEN      WETEN
GEVEN     WERKEN     DRAGEN
KOMEN

Wat is de OVT van deze werkwoorden? Welke is zwak? Welke is sterk?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Lezen, Spreken
Afmaken en nakijken Nieuwsbegrip

doel:
ik kan een tekst in stapjes lezen
ik leer nieuwe woorden
ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 17 - Slide

opdracht
Nieuwsbegrip afmaken met je buur
timer
25:00

Slide 18 - Slide

opdracht
nakijken Nieuwsbegrip

doel:
ik weet welke fouten ik maak
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Zelfstudie
LIST
TC
Rekenen (Ammar)

timer
50:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Burgerschap
Iedereen wil jouw geld...

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

geld & crime

Slide 24 - Mind map

Ben jij wel eens bestolen van je geld? Hoe?

Slide 25 - Open question

opdracht
Kijk jouw antwoorden van Nieuwsbegrip na
timer
7:00

Slide 26 - Slide

reflectie
Geef jezelf cijfers in je doelenboekje.
Ben je beter geworden in je weekdoel?

Slide 27 - Slide

opruimen
laptop mee naar muziek
spullen in je postvak
corvee: Sonya & Farah

laptop en telefoon terug NA muziek
EN DAARNA..... juf Rosan heeft weekend!

Slide 28 - Slide