What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.1-2.2-2.3 Herhaling
NaSk H2 Licht Herhaling 2.1-2.2-2.3
Maandag 9 oktober
SO NaSk 2.1-2.2-2.3
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
NaSk H2 Licht Herhaling 2.1-2.2-2.3
Maandag 9 oktober
SO NaSk 2.1-2.2-2.3
Slide 1 - Slide
Lichtbron
is de plaats waar
licht
ontstaat.
Slide 2 - Slide
Lichtbron
is de plaats waar
licht
ontstaat.
Een
lichtstraal
is een rechte lijn die laat zien hoe het licht vanaf de lichtbron naar de omgeving gaat.
Slide 3 - Slide
Indirect licht
= licht dat niet rechtstreeks van een lichtbron komt, maar eerst tegen een voorwerp weerkaatst.
Slide 4 - Slide
Dit plaatje is een voorbeeld van
A
natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
Slide 5 - Quiz
Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren
Slide 6 - Quiz
Kaarsen zijn een kunstmatige lichtbron omdat..?
A
Ze geen natuurlijk licht geven
B
Ze door de mens gemaakt zijn
C
In de natuur gevonden worden
D
Ze een natuurlijk licht geven
Slide 7 - Quiz
Schaduw
ontstaat als een voorwerp fel wordt verlicht.
De schaduw is het gebied achter het voorwerp waar veel minder licht komt.
Slide 8 - Slide
Schaduw tekenen
Slide 9 - Slide
Gezichtsveld
= het gebied dat je kunt zien.
Een
zichtlijn
= een lijn die je gebruikt om de grens van je gezichtsveld aan te geven.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Spiegelende weerkaatsing
Spiegelende weerkaatsing:
lichtstralen in één richting.
Eigenschappen spiegelbeeld
:
1. Ziet er hetzelfde uit als voorwerp voor spiegel.
2. Even groot.
3. Afstand van de spiegel hetzelfde.
4. Kan niet op scherm projecteren.
Je kunt een voorwerp via een spiegel zien als de zichtlijn van oog naar spiegelbeeld door de spiegel loopt.
licht van een voorwerp via spiegel jouw oog je ziet het spiegelbeeld.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Bij diffuse weerkaatsing wordt het licht
A
In één richting weerkaatst
B
In allerlei richtingen weerkaatst.
Slide 14 - Quiz
Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld
A
Diffuse reflectie
B
Spiegelende reflectie
Slide 15 - Quiz
Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuse reflectie
B
Spiegelende reflectie
Slide 16 - Quiz
Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en de afstand tussen het voorwerp en de spiegel?
A
Van spiegelbeeld tot spiegel is groter
B
Van voorwerp tot spiegel is groter
C
Beide afstanden zijn evengroot
Slide 17 - Quiz
We kennen drie soorten lichtbundels
Divergente lichtbundels
De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel.
Dit is een bundel die steeds groter wordt.
Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.
Slide 18 - Slide
Evenwijdige lichtbundel
Een laser is een evenwijdige lichtbundel.
Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner.
Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houdt dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.
Slide 19 - Slide
Convergente lichtbundel
Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel.
De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent.
Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.
Slide 20 - Slide
Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel
Slide 21 - Quiz
Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel
Slide 22 - Quiz
Wat voor soort lichtbundel is dit?
A
Divergente lichtbundel
B
Evenwijdige lichtbundel
C
Convergente lichtbundel
Slide 23 - Quiz
Lenzen
Met lenzen kun je een lichtbundel veranderen.
Hoe?
Slide 24 - Slide
Soorten lenzen
Een bolle lens geef je aan met een +
Een holle lens geef je aan met een -
Slide 25 - Slide
Werking van lenzen
Een bolle lens (+) heeft een convergerende werking, dat betekent dat de lichtstralen na de lens naar elkaar toe gaan.
Slide 26 - Slide
Werking van lenzen
Een holle lens (-) heeft een divergerende werking, dat betekent dat de lichtstralen na de lens van elkaar af gaan.
Slide 27 - Slide
+
+
-
Divergent
Convergent
Divergent
Evenwijdig
Slide 28 - Drag question
More lessons like this
Overal Nask 2.3 Lichtbundels en lenzen
October 2024
- Lesson with
23 slides
Nask / Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Hoofdstuk 8 Licht
March 2020
- Lesson with
49 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 - §2.3 - Lichtbundels
28 days ago
- Lesson with
41 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2.3 Lichtbundels
February 2023
- Lesson with
37 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Hst 7 Licht en straling
March 2020
- Lesson with
33 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2
2 Licht en straling
February 2020
- Lesson with
39 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2
EJG LES 1 natuurkunde
June 2020
- Lesson with
30 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3
Zien
September 2019
- Lesson with
46 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 2