les 18 de goden op bezoek

1 / 26
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

Quizlet 4a+b

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

aanvullingsinfinitivus: voorbeelden
nusquam dei .... possunt (nergens kunnen de goden): zin is niet compleet, heeft aanvulling nodig)
nusquam dei dormire possunt (nergens kunnen de goden slapen): zin is compleet door aanvulling met infinitivus

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aan welke letters (uitgang) kun je de infinitivus in het Latijn herkennen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Hoort een aanvullingsinfinitivus wel of niet bij de kern van de zin?
A
wel
B
niet
C
soms

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

uitleg directe rede
Philemon dicit:'Qui estis?' (Philemon zegt:'Wie zijn jullie?')
  1. directe rede herken je aan aanhalingstekens
  2. het zijn de letterlijke woorden van wat iemand zegt
  3. in de directe rede spreken mensen elkaar aan
  4. meestal in de ik, jij, wij, jullievorm

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waaraan herken je de directe rede?
A
+
B
?
C
'
D
*

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke persoonsvorm past goed bij de directe rede?
A
hij-vorm
B
zij-vorm
C
hele werkwoord
D
wij-vorm

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe stellen Philemon & Baucis zich op richting de gasten / goden?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe stellen de andere mensen zich op richting de gasten / goden?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat voor gevolgen heeft de houding van de andere mensen?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Welk natuurverschijnsel wordt met dit verhaal uitgelegd?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bij welk soort werkwoorden kan je in het Latijn een aanvullingsinfinitivus verwachten?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

welke vier persoonsvormen komen het meest voor in de directe rede?
A
ik-jij-wij-jullie
B
ik-jij-hij/zij/het
C
hij/zij/het/zij (mv)
D
wij-jullie-zij

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions