Past Simple + Past Continuous (revision, 2D)

Welcome to today's English lesson!

With Ms Frijns
Background: Who is this?
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welcome to today's English lesson!

With Ms Frijns
Background: Who is this?

Slide 1 - Slide

By the end of this lesson, you...
...have refreshed your memory on the past simple. 
...have refreshed your memory on the past continuous. 
...know what irregular verbs are and how to use them. 

Slide 2 - Slide

Table of Contents
Test dates
Revision: Past Simple and Past Continuous
Together: Past Simple (irregular verbs)
Work by yourself

Slide 3 - Slide

Test dates
Monday, 23 September: 
SO Chapter 1

Wat moet je hiervoor leren?
Alle woorden van de woordenlijst van hoofdstuk 1. (NL-EN, EN-NL)


Schrijf dit op in je Plenda!

Slide 4 - Slide

Take out your notebooks
  1. Show me your notes from last lesson.
  2. If your notes are neat, you can choose to take your notes by yourself. 
  3. (go to lessonup > Chapter 1 > Past Simple + Continuous (revision 2D) go through the lessonup. In some slides you will see 'Write down!'. Copy these slides onto your notebook.)

Slide 5 - Slide

Present tenses 
English practise
With Ms Frijns

Slide 6 - Slide

Let's practise the tenses!
In these slides, you are presented with exercises and explanations on:
  • The Past simple
  • The Past continuous

Do the exercises and take notes! You are expected to know this for the next couple lessons.

Slide 7 - Slide

Past Simple: What do you remember?

Slide 8 - Slide

Read the following past simple sentences:

  • Yesterday, I played the piano with the orchestra.
  • We went to see the ice hockey game last night. 
  • Did you see the Planet Earth documentaries?
  • She didn't tell me that she is pregnant!

Slide 9 - Slide

Next slide: 
Horen de regels wel of niet bij de past simple?

Slide 10 - Slide

Klopt! 
Klopt niet! 
Een regelmatige past simple (+) eindigt altijd op -ed
Onregelmatige vormen moet je uit je hoofd leren
Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 
Je ontkent een past simple door 'didn't + het hele werkwoord' te gebruiken 
Je maakt vragen in de past simple door 'did' vooraan de zin te zetten.
In de past simple staat altijd een tijdsbepaling

Slide 11 - Drag question

The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat. (yesterday, last night)


Slide 12 - Slide

The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat. (yesterday, last night)
Hoe ziet de Past Simple eruit?
  • Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

Slide 13 - Slide

Past Simple (Write this in your notebook)
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat.(yesterday, last night)
Hoe ziet de Past Simple eruit?
  • Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

timer
5:00

Slide 14 - Slide

The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat.
Hoe ziet de Past Simple eruit?
  • Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

Let op!
Onregelmatige werkwoorden hebben een andere vorm!

Slide 15 - Slide

Let's Practise!

Slide 16 - Slide

Put the following sentence in the past simple:
Shaila ... (drop) her son off at school.
A
dropped
B
was dropped
C
was dropping
D
were dropping

Slide 17 - Quiz

Put the following sentence in the past simple:
Nora ... (plan) to go to Thailand during the summer.
A
planned
B
was dropping
C
were dropping

Slide 18 - Quiz

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
run
stop
know
jump
buy
come

Slide 19 - Drag question

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
swim
walk
drink
cook
give
have
see
catch
call
put

Slide 20 - Drag question

Put the following sentence in the past simple:
I ... (teach) myself to play the piano.
A
teached
B
taught
C
teacht
D
taucht

Slide 21 - Quiz

Put the following sentence in the past simple:
Zoe ... (cry) when she first saw Titanic.
A
cryed
B
cryet
C
cried
D
criet

Slide 22 - Quiz

Put the following sentence in the past simple:
Andrea ... (travel) all the way to Marokko.
A
traveled
B
travelled
C
travelt
D
travellet

Slide 23 - Quiz

Put the following sentence in the past continuous:
I ... (try) to help!
A
tried
B
was trying
C
was trying
D
were trying

Slide 24 - Quiz

Next exercises
Zet bij de volgende opdracht de zin in de past simple in een (1) bevestigende, (2) vragende en (3) negatieve zin. 
Dus zo:
"I ... (forget) to take out the trash yesterday."

1. I forgot to take out the trash yesterday.
2. Did I forget to take out the trash yesterday?
3. I didn't/ did not forget to take out the trash yesterday. 

Slide 25 - Slide

Drake ... (perform) on stage last night.

Slide 26 - Open question

The woman ... (steal) the ring last week.

Slide 27 - Open question

The dancers ... (be) tired after the concert.

Slide 28 - Open question

Past Continuous: what do you remember?

Slide 29 - Slide

Past Continuous
Hoe maak je de past continuous?
Wanneer gebruik je de past continuous

Slide 30 - Slide

The Past Continuous: gebruik
Adam was doing his homework. 
They were building a treehouse. 
I was telling a story.

Hoe maak je de Past Continuous?

    Slide 31 - Slide

    The Past Continuous: vorm
    Adam was doing his homework. 
    They were building a treehouse. 
    I was telling a story.

    Hoe maak je de Past Continuous?
    to be (was/were) + hele ww + ing

      Slide 32 - Slide

      The Past Continuous: vorm
      Adam was doing his homework. 
      They were building a treehouse. 
      I was telling a story.

      Hoe maak je de Past Continuous?
      to be (was/were) + hele ww + ing
        Het lijkt op de present continuous!
        'Adam is doing his homework.'

        Slide 33 - Slide

        The Past Continuous: gebruik
        Adam was doing his homework. 
        NL: 

        Wanneer gebruiken we de Past Continuous?


        NL:

          Slide 34 - Slide

          The Past Continuous: gebruik
          Adam was doing his homework. 
          NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

          Wanneer gebruiken we de Past Continuous?


          NL:   was/waren aan het….

            Slide 35 - Slide

            The Past Continuous: gebruik
            Adam was doing his homework. 
            NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

            Wanneer gebruiken we de Past Continuous?
            Je gebruikt de past continuous om te vertellen over iets dat in de verleden tijd werd uitgevoerd.
            NL:   was/waren aan het….

              Slide 36 - Slide

              Past Continuous (Write this in your notebook)
              Wanneer gebruik je de past continuous?
              • Je gebruikt de past continuous wanneer je het hebt over iets dat in het verleden bezig was.
              Hoe ziet de Past continuous eruit?
              • vorm van 'to be' (was/were) + hww + ing

              Voorbeeld: I was speaking to him.

              timer
              5:00

              Slide 37 - Slide

              Over to you...
              Work on the weektask

              Slide 38 - Slide