Lewisstructuren ionen

Welkom bij scheikunde
Pak je spullen (boek, binas, schrift, rekenmachine en pen)

Leg je schrift open voor aantekeningen

Doe je mobiel in de tas
1 / 37
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij scheikunde
Pak je spullen (boek, binas, schrift, rekenmachine en pen)

Leg je schrift open voor aantekeningen

Doe je mobiel in de tas

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na de les kan je...
  • lewisstructuren tekenen van moleculen, radicalen en ionen.

Slide 2 - Slide

Stap 1: Bepaal aantal val. elek.
  • Elke atoomsoort heeft z'n eigen aantal valentie elektronen.
  • O: 6
  • N: 5
  • F: 7
  • Kan je vinden in Binas 99
  • Tel alle valentie-elektronen bij elkaar op

Slide 3 - Slide


Hoeveel valentie-elektronen heeft O2?
A
6
B
12
C
10
D
16

Slide 4 - Quiz

Antwoord stap 1: Bepaal aantal val. elek.
  • O2 bestaat uit 2 x een O
  • O heeft normaal 6 valentie-elektronen
  • Dus nu 2 x 6 = 12 valentie-elektronen in totaal

Slide 5 - Slide

Stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elke atoomsoort streeft naar 8 valentie-elektronen
  • H is een uitzondering: die streeft naar 2.
  • Tel op hoeveel valentie-elektronen in totaal nodig zijn.

Slide 6 - Slide

Hoeveel valentie-elektronen heeft O2 nodig?
A
6
B
12
C
10
D
16

Slide 7 - Quiz

Antwoord stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elk atoomsoort streeft naar 8 elektronen, dus ook O.
  • 2 x 8 = 16
  • Dus er zijn 16 valentie-elektronen nodig uiteindelijk
  • Die worden bereikt door atoombindingen te vormen en elektronen te delen

Slide 8 - Slide

Stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • O2 heeft dus 12 valentie-elektronen van zichzelf
  • O2 steeft dus naar 16 valentie-elektronen voor een edelgasconfiguratie van beide atomen
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 

Slide 9 - Slide


Hoeveel valentie-elektronen gaat O2 delen?
A
2
B
4
C
6
D
3

Slide 10 - Quiz


Hoeveel atoombindingen gaat O2 vormen?
A
2
B
4
C
6
D
3

Slide 11 - Quiz

Antwoord stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • O2 heeft dus 12 valentie-elektronen van zichzelf
  • O2 streeft dus naar 16 valentie-elektronen voor een edelgasconfiguratie van beide atomen
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 
  • 16-12 = 4. Er gaan dus 4 valentie-elektronen gedeeld worden
  • Elke atoombinding bevat 2 elektronen, dus 4/2 = 2 atoombindingen.

Slide 12 - Slide

Stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
Overzicht tot dusver:
  • Aantal valentie-elektronen: 12
  • Streeft naar aantal valentie-elektronen: 16
  • Aantal valentie-elektronen gedeeld: 4
  • De rest zijn vrije elektronen, die geen deel uitmaken van bindingen.

Slide 13 - Slide

Hoeveel vrije elektronen zijn er nog over?
A
8
B
2
C
6
D
4

Slide 14 - Quiz

Hoeveel vrije elektronenparen zijn dat?
A
8
B
2
C
6
D
4

Slide 15 - Quiz

In totaal
  • 2 atoombindingen
    (4 gedeelde elektronen:
    16-12)

  • 4 vrije elektronenparen
    (8 vrije elektronen: 12-4) 

Slide 16 - Slide

Antwoord stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
  • 12 valentie-elektronen in totaal, 4 worden gebruikt voor de atoombinding
  • 12-4 = 8 valentie-elektronen over
  • Vrije elektronen kunnen in paren voorkomen: vrije elektronenparen (VEP)
  • 8/2 =4 VEP

Slide 17 - Slide

4 stappenplan
  1. Bepaal het aantal valentie-elektronen, evt. met behulp van Binas tabel 99
  2. Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn voor een volle buitenste schil
  3. Bepaal het aantal gedeelde elektronenparen in het molecuul
  4. Bepaal aantal vrije elektronenparen

Slide 18 - Slide

Lewisstructuren
H2O
Cl2
O2
N2
N2H4
COCl2
PCl3
CO2

Slide 19 - Slide

Opdracht
  • Bepaal de Lewisstructuur van het carbonaation, CO32-

Slide 20 - Slide

Stap 1: Bepaal aantal valentie-elektronen
  • Aantal valentie elektronen bepalen die er zijn 

Slide 21 - Slide

Antwoord stap 1: Bepaal aantal valentie-elektronen
  • CO32- bestaat uit 1 x C en 3 x O
  • En er zijn twee extra elektronen! (De 2- lading)
  • C: 1 x 4 = 4
  • O: 3 x 6 = 18
  • extra e- vanwege de lading van het ion: 2 x 1 = 2
  • In totaal 24 valentie-elektronen

Slide 22 - Slide

Stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elke atoomsoort streeft naar 8 valentie-elektronen
  • H is een uitzondering: die streeft naar 2
  • Tel op hoeveel valentie-elektronen in totaal nodig zijn.

Slide 23 - Slide

Antwoord stap 2: Bepaal hoeveel valentie-elektronen nodig zijn
  • Elk atoomsoort streeft naar 8 elektronen, er zijn 4 atomen
  • 4 x 8 = 32
  • In totaal zijn er 32 valentie elektronen nodig

Slide 24 - Slide

Stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen er gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • CO32- heeft dus 24 valentie-elektronen van zichzelf
  • CO32- wilt dus 32 valentie-elektronen hebben voor edelgasconfiguratie
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 

Slide 25 - Slide

Antwoord stap 3: Bepaal hoeveel valentie-elektronen gedeeld gaan worden (de atoombinding)
  • CO32- heeft dus 24 valentie-elektronen van zichzelf
  • CO32- wilt dus 32 valentie-elektronen hebben voor edelgasconfiguratie
  • Hoeveel elektronen gaan er gedeeld worden? 

  • 32-24 = 8. Er gaan dus 8 valentie-elektronen gedeeld worden
  • Elke atoombinding bevat 2 elektronen, dus 8/2 = 4 atoombindingen.

Slide 26 - Slide

Stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
Tussentijds overzicht:
  • aantal valentie-elektronen: 24
  • aantal valentie-elektronen benodigd: 32
  • aantal gedeelde valentie-elektronen: 8
  • de rest zijn vrije elektronen 

Slide 27 - Slide

Antwoord stap 4: Bepaal hoeveel vrije elektronen er nog over zijn.
  • 24 valentie-elektronen in totaal, er worden er 8 gebruikt voor de atoombinding
  • er zijn 24 - 8 = 16 valentie-elektronen over
  • Vrije elektronen kunnen in paren voorkomen: vrije elektronenparen (VEP)
  • 16/2 = 8 VEP

Slide 28 - Slide

In totaal
  • 4 atoombindingen (8 gedeelde elektronen: 32-24)
  • 8 vrije elektronenparen (16 vrije elektronen: 24-8) 
  • Maaaaaaaaaaaar, CO32- is 2- geladen, dus waar komt dat vandaan?

Slide 29 - Slide

Formele lading
  • Atomen kunnen een formele lading hebben: De - lading in de O in CO32-
  • Hoe bepaal je dat?

Slide 30 - Slide

Formele lading
  • Je telt het aantal elektronen rond het atoom: in dit geval 7:
  • 6 van de vrije elektronen en 1 van de atoombinding
  • Normaal heeft O 6 valentie-elektronen maar hier heeft O 7 elektronen om zich heen. Dat is er een teveel, het atoom is dus negatief geladen.

Slide 31 - Slide

Formele lading

Slide 32 - Slide

Uitzonderingen op octetregel
  • S of P kunnen soms meer dan 8 omringende elektronen hebben
  • Dit heet dan een uitgebreid octet
  • Als dit zo is, wordt dit altijd gemeld in de opgave

Slide 33 - Slide

Lewisstructuren
H2SO4 (S - 12 elektronen)
BCl3 (B - 6 elektronen)
PCl5 (P - 10 elektronen)
H2SO3 (S - 10 elektronen)
SO3 (S - 12 elektronen)




Slide 34 - Slide

Lewisstructuren van radicalen
  • Radicaal is een deeltje waarin ook ongepaarde elektronen in voorkomen
  • Werkt op dezelfde manier, maar je houdt uiteindelijk 1 elektron over die alleen is.
  • Voorbeeld in het boek

Slide 35 - Slide

Lewisstructuur van een radicaal
Een radicaal is een deeltje met een oneven aantal valentie-elektronen

methaanmolecuul 
methylradicaal
broommolecuul 
broomradicaal
(los broomatoom)

Slide 36 - Slide

Maken opgave 5, (6), (7), 9, 10 & 11
  • Hoe? Lees de opdracht en noteer je antwoord in je schrift.
  • Hulp? fluisteren met buur, H12.1
  • Tijd? 15 min
  • Klaar? lezen H12.1
  • Resultaat? zelf nakijken met antwoordenboek, bespreken waar je tegen aanloopt. 

Slide 37 - Slide