Oefenen met examens

Lees de volgende tekst
Probeer zoveel mogelijk van deze tekst te onthouden.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lees de volgende tekst
Probeer zoveel mogelijk van deze tekst te onthouden.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Schrijf op wat je nog weet van de tekst.

Slide 3 - Open question

Was dit makkelijk of moeilijk? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 4 - Open question

Wat ontbrak in deze tekst?
A
Samenhang
B
Onderwerp
C
Tekstverband
D
Structuur

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Schrijf nu nogmaals op wat je nog weet van de tekst.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 9 - Mind map

Wat weet je al van dit onderwerp? of Wat heb je al gelezen hierover?

Slide 10 - Open question

Lees de volgende tekst verkennend

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Lees de tekst nauwkeurig.
  • Let tijdens het lezen op signaalwoorden en tekstverbanden.
  • Noteer kernzinnen
  • Formuleer na het lezen een hoofdgedachte
  • Lees stukjes terug om de tekst beter te begrijpen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

“Volgens Bennis, de baas van de kennis- en beleidsorganisatie voor
Nederlandse taal, kunnen de ‘nieuwe’ leestekens een goede aanvulling op
de oude tekens zijn.” (regels 12-16)
Waarom staat ‘nieuwe’ tussen aanhalingstekens?
A
De leestekens geven een emotie weer en worden niet gebruikt zoals oude leestekens.
B
De leestekens worden gemaakt met al bestaande leestekens, ze zijn dus niet echt nieuw.
C
Het gebruik van de aanhalingstekens maakt duidelijk dat Hans Bennis dit woord zegt.
D
Het gebruik van de aanhalingstekens benadrukt dat de leestekens nieuw zijn

Slide 15 - Quiz

“Dat is alleen nooit in zwang geraakt.” (regels 55-56)
Citeer de woordgroep waar ‘dat’ naar verwijst.

Slide 16 - Open question


Wat is de kernzin van alinea 5?

A
Het verbaast Bennis dat er nog zo’n kloof is tussen het gebruik van taal op sociale platforms en andere media.
B
Zelfs grote schrijvers als Hermans en Mulisch hebben al eens gepleit voor een ironieteken, omdat ze het nut ervan zagen.
C
Er is in 2007 zelfs een soort bliksemschicht als officieel ironieteken geopperd.
D
Nu hébben we een geslaagd ironieteken en passen we het helaas alleen in appjes toe.

Slide 17 - Quiz

In alinea 6 geeft Bennis aan dat vroeger of later het informele taalgebruik het formele hoe dan ook zal beïnvloeden. Welke reden geeft hij hiervoor? Citeer het zinsgedeelte uit alinea 7 waarin hij deze reden geeft.

Slide 18 - Open question

Waar
Niet waar
De ‘puntkomma’ als leesteken zal zeker niet verdwijnen, omdat we die nog in appjes gebruiken
De ‘komma’ zal verdwijnen, want die gebruiken we met name uit gewoonte.
De ‘dubbele punt’ hebben we nog nodig voor het
ironieteken.
De ‘punt’ is onmisbaar in álle teksten.

Slide 19 - Drag question

Alinea 7 begint met de zin: “Of de taalkundige die sinds vorig jaar aan het
hoofd staat van de prestigieuze Taalunie nog een knipoog aan dit betoog wil toevoegen?”
Welke bewering over deze vraag is juist? De schrijver stelt deze vraag om ...
A
een grapje te maken ten koste van Hans Bennis.
B
het gesprek met Hans Bennis op een leuke manier af te sluiten.
C
het ironieteken te kunnen gebruiken waar Hans Bennis over vertelt.
D
hiermee het verhaal van Hans Bennis belachelijk te maken

Slide 20 - Quiz


Welke zin vat de mening van Bennis in deze tekst het best samen?


A
De kloof tussen sociale media en de oudere media moet gedicht worden door dezelfde taalconventies aan te houden.
B
Schrijvers van serieuze teksten moeten meegaan met de voortdurende taalveranderingen door veranderende leestekens te gebruiken.
C
Schrijvers van serieuze teksten moeten voortaan meer gebruik maken van de nieuwe leestekens om verwarring te voorkomen.
D
Sociale media zijn leidend waar het gaat om het gebruik van leestekens en emoties, daardoor zullen er leestekens verdwijnen.

Slide 21 - Quiz

Nakijken: schrijfopdracht
Bekijk en beoordeel je artikel: zie de bijlage onder deze les!


Slide 22 - Slide