Mens en gezondheid hoofdstuk 9.

Mens en gezondheid
Hoofdstuk 9: Een maaltijd bereiden en opdienen.

1 / 51
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Mens en gezondheid
Hoofdstuk 9: Een maaltijd bereiden en opdienen.

Slide 1 - Slide

Doelen:
De leerling weet welke keukengerei en apparatuur er in de keuken gebruikt wordt. 
De leerling weet hoe je ingrediënten kan wegen en meten.
De leerling weet hoe je een recept moet lezen, omrekenen en bereiden.
De leerling weet de hygiëneregels in de keuken en voor zichzelf.
De leerling weet de bereidingstechnieken.


Slide 2 - Slide

Brainstorming:
Maak opdracht 9.01 (blz. 185).

Slide 3 - Slide

Recept lezen:
Recept: bereidingswijze, ingrediënten en aantal personen.
Berekeningen met recepten.

Slide 4 - Slide

Opdracht:
Lees blz. 186 t/m 189.
Maak opdracht 9.02, 9.05 en 9.06 (blz. 186 t/m 191).

Slide 5 - Slide

Meten en wegen:
Wanneer gebruik je een maatbeker?
liter, deciliter, milliliter.
Waar let je op bij gebruik van een weegschaal?
kilo, pond, ons.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdracht:
Lezen blz. 192. 
Maak opdracht 9.07 t/m 9.10
 (blz. 192 t/m 194).

Slide 8 - Slide

Keukenapparatuur/gereedschap
Wat is het verschil?
Voorbeelden.
Wanneer gebruik je het?

Slide 9 - Slide

Opdracht:
Lezen blz. 195 t/m 197.
Maken opdracht 9.11, 9.12, 9.13 (blz. 195 t/m 198).

Slide 10 - Slide

Wat is dit voor een doek?
A
Theedoek
B
Werkdoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 11 - Quiz

Wat is dit voor een doek?
A
Werkdoek
B
Theedoek
C
Handdoek
D
Vaatdoek

Slide 12 - Quiz

wat is dit?
A
vaatdoekje
B
theedoek
C
handdoek
D
schuursponsje

Slide 13 - Quiz

Afdrogen doe je met een?
A
Keukendoek
B
Vaatdoek
C
Handdoek
D
Theedoek

Slide 14 - Quiz

Waar gebruik je een handdoek voor
A
Handen afdrogen
B
Vaat af te drogen
C
Keuken schoonmaken
D
Onder afdruipdek

Slide 15 - Quiz

Welk materiaal pak je om te wegen?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Wat is dit?
A
stamper
B
aardappelschilmesje
C
garde
D
Pollepel

Slide 17 - Quiz

hoe heet dit keukenmateriaal?
A
aardappelschilmesje
B
koksmesje
C
tomatenmesje
D
dunschiller

Slide 18 - Quiz

hoe heet dit keukenmateriaal?
A
handmixer
B
staafmixer
C
stamper
D
garde

Slide 19 - Quiz

De rode snijplank is voor
A
Rood vlees
B
Rauw vlees
C
Rundvlees
D
Gevogelte

Slide 20 - Quiz

Wat is dit op de afbeelding?
A
pollepel
B
chinois
C
Canneleer mes
D
Garde

Slide 21 - Quiz

Hygiëne:
De gele snijplank is voor?
A
Groente
B
Vlees
C
Gevogelte
D
Vis

Slide 22 - Quiz


A
Schaal
B
Kom
C
Mengkom
D
Beslagkom

Slide 23 - Quiz


A
Mixer
B
Electrische Garde
C
Beslagmenger
D
Keukenmachine

Slide 24 - Quiz


A
Koekenpan
B
Pottenpan
C
Braadpan
D
Rode pan

Slide 25 - Quiz


A
Steelpan
B
Braadpan
C
Vleespan
D
Kookpan

Slide 26 - Quiz


A
Steelpan
B
kookpan
C
Eierpan
D
Sauspan

Slide 27 - Quiz


Een kilo is evenveel als
A
100 gram
B
1.000 gram
C
1.000 milliliter
D
100 centiliter

Slide 28 - Quiz

Hoeveel is een pond
A
50 gram
B
5000 gram
C
5 gram
D
500 gram

Slide 29 - Quiz

Hoeveel is een ons
A
10 gram
B
1 gram
C
100 gram
D
1000 gram

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Schoonmaken en opdelen:
Schoonmaken: schillen, schoonmaken, wassen en pellen.
Opdelen=producten eerst kleiner maken voordat je het kan bereiden.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Opdracht:
Lezen blz. 198 t/m 199.
Maken opdracht 9.14, 9.15, 9.17, 9.18, 919 (blz. 200 t/m 203).

Slide 34 - Slide

Snijtechnieken:
Wat houdt de snijtechniek Julienne in?
A
Reepjes
B
Blokjes
C
Ruitjes

Slide 35 - Quiz

Snijtechnieken:
Wat houdt de snijtechniek Brunoise in?
A
Reepjes
B
Blokjes
C
Ruitjes

Slide 36 - Quiz

Snijtechnieken:
Wat houdt de snijtechniek Chinoise in?
A
Reepjes
B
Blokjes
C
Ruitjes

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Video

Bereidingstechnieken:
Blancheren, koken, stomen, au bain-marie, bakken, frituren en bakken in de oven.

Slide 39 - Slide

Opdracht:
Lezen blz. 204 t/m 205.
Maken opdracht 9.20 9.21 en 9.22 (blz. 205 t/m 208).

Slide 40 - Slide

Groepspdracht poster:
10 keukenmaterialen: plaatje en naam.
4 manieren van schoonmaken van ingrediënten: plaatje en naam.
4 manieren van eten klaar maken: plaatje en naam.

Slide 41 - Slide

Welke bereidingstechniek hoort bijeen gerecht gaar maken in de damp van heet water
A
koken
B
stomen
C
bakken
D
braden

Slide 42 - Quiz

Welke bereidingstechniek hoort bijeen gerecht gaar maken in de damp van heet water
A
koken
B
stomen
C
bakken
D
braden

Slide 43 - Quiz

Welke bereidingstechniek hoort bij een gerecht bruin en gaar maken in margarine zonder deksel op de pan
A
bakken
B
braden
C
koken
D
stomen

Slide 44 - Quiz

Gerechten presenteren:
Waar let je op bij het opdienen van eten:
de kleur, vorm, textuur (hoe voelt iets in de mond) en garneren.

Garneren.

Slide 45 - Slide

Tafel dekken:
Etiquette: op een bepaalde manier tafel dekken.
Couvert: gereedschap wat je nodig hebt om te eten en te drinken.

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Opdracht:
Maken opdracht 9.27 (blz. 215 en 216).

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 51 - Slide