dit zijn ook bijvoeglijke naamwoorden
Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met -en:
de wollen sjaal; het rieten dak; de gouden ring.
Er zijn uitzonderingen: een aluminium fiets; een plastic pop.
Ook werkwoordsvormen kunnen als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden:
• het tegenwoordig deelwoord + -e:
lachende leerlingen; pratende docenten.
• het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
de gezochte man; de uitgereikte medaille; het bezette pand; de gewonnen wedstrijd.
De vuistregel hierbij is: schrijf het voltooid deelwoord zo kort mogelijk.
Let op: bezette en gewonnen worden met een dubbele letter geschreven vanwege de uitspraak.