HAH3

1 / 46
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke verband is GEEN lineair verband?
A
y=5x+6
B
y=x2+2x
C
y=35x
D
y=4

Slide 4 - Quiz



welke bewering is waar
y=2x+6
A
de rc is 2
B
de rc is 6
C
dit is een stijgende lijn
D
de rc is -2

Slide 5 - Quiz

Geef de formule bij deze lineaire grafiek.
A
y = 0,75x + 0,5
B
y = 0,5x + 0,75
C
y = -0,75x + 0,5
D
y = -0,5x + 0,75

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

wat is de formule voor de blauwe lijn (lijn m)
A
y=3x
B
y=3
C
x=3
D
het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 9 - Quiz

wat is de formule voor de paarse lijn (lijn n)
A
y=4
B
y=0x+4
C
x=4
D
het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

3 t/m 6 +8

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

3 t/m 6 +8

Slide 19 - Slide

3 t/m 6 +8

Slide 20 - Slide

3 t/m 6 +8

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Geef de formule bij deze lineaire grafiek
afbeelding: © 2017, https://wiskunde.eu
A
y = 15x+60
B
y = 30x+60
C
y = 7,5x+60
D
y = 60x+60

Slide 25 - Quiz

Bewering 1: Als N evenredig is met t, dan bestaat er een lineair verband tussen N en t.
Bewering 2: Als N evenredig er een lineair verband bestaat tussen N en t, dan is N evenredig met t
A
Alleen bewering 1 is waar
B
Alleen bewering 2 is waar
C
Beide beweringen zijn waar
D
Geen enkele bewering si

Slide 26 - Quiz

De organisatiegraad is het percentage werknemers dat lid is van een vakbond. Op 1 januari 2000 was deze 30%. De organisatiegraad liep lineair af tot 13% op 1 januari 2020. Wat is de correcte formule bij deze vraag?
A
O=20000,17t
B
O=3017t
C
O=300.85t
D
O=2000+0,17t

Slide 27 - Quiz

Stel de lineaire formule op met rc=5 en door het punt P(20,35)
A
y=5x-65
B
y=5x+ 50
C
y= -65
D
y= 5x + b

Slide 28 - Quiz

Gegeven is de formule y = 2,75x
Is het verband lineair, evenredig, of geen van beiden?
A
lineair
B
(recht) evenredig
C
geen van beide

Slide 29 - Quiz

Een lijn gaat door (0,3) en (1,5).
Welke bewering is waar?
A
hier hoort een lineair verband bij.
B
Omdat de lijn door (0,3) gaat is de a=3
C
de helling is 2
D
de grafiek is dalend

Slide 30 - Quiz

Welke formule(s) zijn lineaire verbanden?
A
N=3t+1
B
N=3t2+1
C
N=32t
D
N=t3

Slide 31 - Quiz

Tussen p en q bestaat een lineair verband. Voor p=5 is q=100 en voor p=10 is q=80. Stel de formule op van p.
A
q = -0,25p + 82,5
B
q = -4p + 120
C
p = -4q +405
D
p = -0,25q+30

Slide 32 - Quiz

Welke formule is lineair?
A
y=12x+3
B
y=12x2+3
C
y=12x3
D
y=12x+3

Slide 33 - Quiz

Tussen p en q bestaat een lineair verband.
Hoe stel je de formule op van p?
A
q=ap+b
B
p=aq+b
C
y=px+q
D
p=ax+q

Slide 34 - Quiz

Bij welke tabel hoort lineaire groei?
A
B

Slide 35 - Quiz

Bereken de richtingscoëfficiënt van de lineaire formule als hij gaat via
A(3,7) naar B(10,21)
A
1,4
B
2
C
3
D
7

Slide 36 - Quiz

Wat is de formules voor een lineair verband
A
y=ax2+bx+c
B
y=axb
C
y=ax+b
D
y=axb

Slide 37 - Quiz

Welke grafiek geeft lineaire groei weer?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen

Slide 38 - Quiz

Welke tabel hoort bij lineaire groei?
A
1
B
2
C
1+2
D
geen van beide

Slide 39 - Quiz

Hoe ziet een standaard formule er uit bij een lineaire functie?
A
y=ax2+bx+c
B
y=2ab+2b24ac
C
N=bgt
D
y=ax+b

Slide 40 - Quiz

Druk K uit in m

Hoe ziet deze lineaire formule er uit?
A
y=ax+b
B
K=am+b
C
m=aK+b
D
x=ay+b

Slide 41 - Quiz

Druk K uit in m

Hoe ziet deze lineaire formule er uit?
A
y=ax+b
B
V=ak+b
C
k=aV+b
D
x=ay+b

Slide 42 - Quiz

Lineair verband
Recht evenredig verband
Richtingscoëfficiënt
Snijpunt y-as
Evenwijdig
y= ax + b
(0,b)
a = 
y = 2x en y = 2x - 4
y = ax

Slide 43 - Drag question

Hieronder staan de vier stappen weergegeven die je moet uitvoeren om algebraïsch lineaire vergelijkingen op te lossen. Zet ze in de juiste volgorde
Werk de haakjes weg.
Herleid beide kanten door te delen door het getal dat voor x staat
Breng alle termen met x naar het linkerlid. En de rest naar rechts
Werk de breuken weg

Slide 44 - Drag question

Geen lineair verband
Lineair verband

Slide 45 - Drag question

Een lineaire grafiek gaat door de punten K(-6,0) en L(14,10). De richtingscoeffient is
A
0,8
B
0,5
C
0,4
D
2

Slide 46 - Quiz