W25 EN 2B U7 Gramm present perfect

present perfect
(voltooid tegenwoordige tijd)

Je leert hoe je in het Engels de voltooid tegenwoordige tijd gebruikt.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

present perfect
(voltooid tegenwoordige tijd)

Je leert hoe je in het Engels de voltooid tegenwoordige tijd gebruikt.

Slide 1 - Slide

present = heden,nu   perfect = voltooid, afgerond

Slide 2 - Slide

Welke tijden ken
je al in het Engels?

Slide 3 - Mind map

De voltooide tijd zegt 
altijd iets over 
het verleden en nu.
 
 

 
 

Slide 4 - Slide


Om aan te geven dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is. 
Vaak staan er signaalwoorden zoals "since" of "for" in de zin:
 
- She has lived in the Netherlands since January.
(Zij woont sinds januari in Nederland.)
 
- I have worked here for ten years.
(Ik werk hier al tien jaar.)
Je gebruikt deze tijd onder andere:

Slide 5 - Slide

Wanneer je het hebt over ervaringen (in iemands leven) tot nu toe. 
Vaak staan er signaalwoorden zoals "ever" en "never" in de zin.
 
- She has visited London many times.
(Zij heeft London al vaak bezocht.)
 
- Have you ever visited London?
(Heb jij ooit London bezocht?)
 
- I have never visited New Zealand.
(Ik ben nog nooit in Nieuw Zeeland geweest.)
Je gebruikt deze tijd onder andere:

Slide 6 - Slide

Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daar nu het resultaat van merkt.
 
- She looks so happy because she has passed her driving test.
(Ze ziet er zo gelukkig uit omdat ze haar rijbewijs heeft gehaald.)

-Has Mary passed her driving test?
(Heeft Mary haar rijbewijs gehaald?)

- Mr Bean looks sad because he hasn't passed his driving test.
(Mr Bean ziet er verdrietig uit omdag hij zijn rijbewijs niet gehaald heeft.)
Je gebruikt deze tijd onder andere:

Slide 7 - Slide

Wanneer gebruik je de
Present perfect?
A
Als je het over een ervaring hebt tot nu toe.
B
Als je aangeeft dat iets is gebeurt en je daar nu nog iets van merkt.
C
Als je aangeeft dat iets nu is begonnen en het door blijft gaan.
D
Als je aangeeft dat iets al is begonnen en nu nog aan de gang is.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

I lived in California in 2015.
I have lived in California since 2015.
Present Perfect
Past Simple
Het is al afgelopen.
Vroeger begonnen, nu nog zo.

Slide 10 - Drag question

I ate chips yesterday.
I have eaten chips many times
Present Perfect
Past Simple

Slide 11 - Drag question

I learned my lesson.
I have learned my lesson and Will never do that again.
Present Perfect
Past Simple

Slide 12 - Drag question

Past simple
Present perfect
I have lived in Apeldoorn since June
They have hated wine their entire life
She has loved English class so far
I passed my exams in 2016
I saw her at school the other day
He played soccer yesterday

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Video

Past simple
Present perfect
since
just
recently
already
ever
not yet
so far
lately
a day ago
in 2019
the other day
last week
yesterday

Slide 15 - Drag question

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
I __________ (work) here since I graduated school.
have
has
was
were
worked
working

Slide 16 - Drag question

Maak oefening 17  op pagina 1112 in je boek.
Maak de opdrachten van 7.2 in je digitale boek af.

Slide 17 - Slide

Upload een foto van opdracht 17.

Slide 18 - Open question

Als je het nog moeilijk vindt bekijk dan het filmpje op de volgende slide en oefen extra met de link die daarna komt.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link