11.4.2 Het Hart
1 / 36
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
------------------
----------------------
hart
bloedvaten
Slide 5 - Drag question
Sleep de eigenschappen naar het juiste onderdeel.
Slagaders
Aders
Naar het hart toe
Van het hart af
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Spierwand
Kleppen
Slide 6 - Drag question
Begrippen oefenen.
Bloedvatenstelsel
Bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop
Hart en bloedvaten samen
Je bloed komt twee keer door je hart per ronde.
Weg die je bloed aflegt in je lichaam.
Slide 7 - Drag question
In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.
Wat geeft elke letter aan?
Aorta
Kransslagader
Longslagader
Rechterboezem
Slide 8 - Drag question
Het hart is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme
Slide 9 - Quiz
Aders
Slagaders
Haarvaten
Gaat naar het hart toe
Gaat van het hart af
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af
Slide 10 - Drag question
In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
timer
1:00
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit
Slide 11 - Drag question
Wanneer bloed de kleine bloedsomloop door gaat gaat het door een aantal onderdelen. Zet de onderdelen op de juiste volgorde in de vakjes:
Hart -
- Hart
Longader
Longslagader
Longhaarvaten
Slide 12 - Drag question
Wat doen de kransslagaders?
A
Brengen bloed naar de longen
B
Brengen bloed naar de aders
C
Brengen bloed naar de hartkamers
D
Brengen bloed naar de hartspier
Slide 13 - Quiz
Hartkleppen tussen linkerboezem en linkerkamer
Hartkleppen tussen de rechterboezem en rechterkamer
Halvemaanvormige kleppen naar de longslagader
Halvemaanvormige kleppen naar de aorta
Slide 14 - Drag question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Wat is de volgorde van de fasen van een hartslag?
A
boezems - hartpauze - kamers
B
kamers - boezems - hartpauze
C
kamers - hartpauze - boezems
D
boezems - kamers - hartpauze
Slide 29 - Quiz
bovenste holle ader
linkerkamer
harttussenwand
rechterboezem
hartkleppen
hartkleppen
halfmaanvormige kleppen
rechterkamer
linkerboezem
longader(s)
longslagader
longader(s)
aorta
onderste holle ader
Slide 30 - Drag question
Je kunt je hartslag meten bij je pols.
Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat
Slide 31 - Quiz
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Hartkleppen
Halvemaanvormige kleppen
Slide 32 - Drag question
René rent. Wat geldt dan voor zijn hartslag en ademhaling?
A
Zijn hartslag en ademhaling zijn beide sneller dan in rust
B
Zijn hartslag is sneller, zijn ademhaling langzamer dan in rust.
C
Zijn hartslag is langzamer, zijn ademhaling sneller dan in rust
D
Zijn hartslag en ademhaling zijn beide langzamer dan in rust
