Naamvallen Latijn

Welke naamvallen heeft het Latijn?
1 / 35
next
Slide 1: Mind map
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke naamvallen heeft het Latijn?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waar gebruik je de accusativus voor?

Slide 4 - Mind map

Waar gebruik je de ablativus voor?

Slide 5 - Mind map

Geef een voorbeeld van een genitivus in het Nederlands.

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

nominativus enkelvoud
nominativus meervoud
accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
servi

Slide 9 - Drag question

de nominativus van deus =
A
deus
B
deum

Slide 10 - Quiz

de nominativus van dea =
A
dea
B
deam

Slide 11 - Quiz

Een nominativus is een ...
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
naamwoordelijk deel van het gezegde

Slide 12 - Quiz

Hoe vertaal je een genitivus?

Slide 13 - Open question

Welke van de twee is een genitivus?
A
initium
B
triumphi

Slide 14 - Quiz

Wat is de genitivus ev van: nomen?

Slide 15 - Open question

nominativus enkelvoud
nominativus meervoud
accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
locos

Slide 16 - Drag question

Wat is de genitivus van: vir?

Slide 17 - Open question

Wat is de functie van de dativus?

Slide 18 - Open question

Wat is de genitivus van: urbs?

Slide 19 - Open question

Wat is de dativus van 'ik'?
A
ego
B
me
C
mei
D
mihi

Slide 20 - Quiz

Nominativus of niet?
rex
A
ja, nominativus
B
nee, geen nominativus

Slide 21 - Quiz

nominativus enkelvoud
nominativus meervoud
accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
servum

Slide 22 - Drag question

Wat is de nominativus van filiam
timer
0:30

Slide 23 - Open question

Wat is de genitivus van: mos?

Slide 24 - Open question

Hoe vertaal je dus een dativus?
A
aan
B
voor
C
met
D
door

Slide 25 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van de dativus?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 26 - Quiz

de dativus meervoud van ripa =
A
ripae
B
ripam
C
ripis
D
ripas

Slide 27 - Quiz

wat zijn de functies van de genitivus
A
meewerkend voorwerp
B
geeft bezit aan
C
naamwoordelijk deel van het gezegde
D
geeft een eigenschap aan

Slide 28 - Quiz

dativus van femina is
A
feminae
B
femini
C
feminam
D
feminis

Slide 29 - Quiz

Wat is de dativus enkelvoud van rosa?
A
rose
B
rosae
C
rosais
D
rosas

Slide 30 - Quiz

nominativus of accusativus ?

domini
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 31 - Quiz

nominativus enkelvoud
nominativus meervoud
accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
servos

Slide 32 - Drag question

Wat is de nominativus mannelijk van 'eam'

Slide 33 - Open question

Wat is de dativus bij tradidi?
A
servorum
B
sumendum
C
dominis

Slide 34 - Quiz

dativus van avus
A
avi
B
avis
C
avo
D
avae

Slide 35 - Quiz