Naamvallen Latijn

Welke naamvallen heeft het Latijn?
1 / 21
next
Slide 1: Mind map
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke naamvallen heeft het Latijn?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

nominativus enkelvoud
nominativus meervoud
accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
servi

Slide 5 - Drag question

de nominativus van deus =
A
deus
B
deum

Slide 6 - Quiz

de nominativus van dea =
A
dea
B
deam

Slide 7 - Quiz

Een nominativus is een ...
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
naamwoordelijk deel van het gezegde

Slide 8 - Quiz

nominativus enkelvoud
nominativus meervoud
accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
locos

Slide 9 - Drag question

Wat is de functie van de dativus?

Slide 10 - Open question

Wat is de dativus van 'ik'?
A
ego
B
me
C
mei
D
mihi

Slide 11 - Quiz

Nominativus of niet?
rex
A
ja, nominativus
B
nee, geen nominativus

Slide 12 - Quiz

nominativus enkelvoud
nominativus meervoud
accusativus enkelvoud
accusativus meervoud
servum

Slide 13 - Drag question

Wat is de nominativus van filiam
timer
0:30

Slide 14 - Open question

Hoe vertaal je dus een dativus?
A
aan
B
voor
C
met
D
door

Slide 15 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van de dativus?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 16 - Quiz

de dativus meervoud van ripa =
A
ripae
B
ripam
C
ripis
D
ripas

Slide 17 - Quiz

dativus van femina is
A
feminae
B
femini
C
feminam
D
feminis

Slide 18 - Quiz

Wat is de dativus enkelvoud van rosa?
A
rose
B
rosae
C
rosais
D
rosas

Slide 19 - Quiz

nominativus of accusativus ?

domini
A
nominativus enkelvoud
B
accusativus enkelvoud
C
nominativus meervoud
D
accusativus meervoud

Slide 20 - Quiz

Met welk voorzetsel kun je een ablativus vertalen?
A
aan
B
voor
C
met
D
door

Slide 21 - Quiz