2.4 Bevruchting en zwangerschap

Leerdoelen 2.4 Bevruchting en zwangerschap

2.4.1 Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
2.4.2 Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
2.4.3 Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
2.4.4 Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen 2.4 Bevruchting en zwangerschap

2.4.1 Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
2.4.2 Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
2.4.3 Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
2.4.4 Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

Slide 1 - Slide

programma week 43.2
  • Herhalen vorige les (10 minuten)
  • Opdrachten uit het boek (10 minuten)
  • Uitleg 2.4 bevruchting en geboorte (20 minuten)
  • Filmpje (10 minuten)
  • Aan de slag (20 minuten)
  •  

Slide 2 - Slide

Terugblik - inloggen in LessonUp

Slide 3 - Slide

Waarom wordt er vocht uit de zaadblaasjes en prostaat bij de zaadcellen gevoegd?

Slide 4 - Open question

Hoe heet het deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel dat te vergelijken is met een zaadleider van een man?

Slide 5 - Open question

Zet in de juiste volgorde
Ovulatie
gele lichaam
Follikelrijping
sterft af

Slide 6 - Drag question

noem een secundaire geslachtskenmerk van een man en één van een vrouw

Slide 7 - Open question

2.4 bevruchting en zwangerschap

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Begrippen zwangerschap:
Innesteling
Embryo 
Placenta (moederkoek)
Navelstreng
Vruchtwater
Vruchtvliezen


Slide 10 - Slide

Bevruchte eicel

Slide 11 - Slide

Zwanger

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

In de placenta stroomt bloed van het embryo vlak langs het bloed van de moeder.

Door kleine gaatjes in de wanden van de bloedvaten, gaan stoffen van het ene bloedvat naar het andere.
placenta

Slide 14 - Slide

Placenta
De 
Placenta
De placenta bestaat uit weefsel van zowel de moeder als het kind.

De placenta gaat een hormoon hCG maken. (zwangerschap test)

Slide 15 - Slide

Navelstreng (van het embryo)

Slide 16 - Slide

  • een embryo van 7 weken oud. Het heeft een hart en bloedvaten. De embryo is ong 1 cm groot.

  • Op de plaats in de baarmoeder waar het embryo is ingenesteld, groeit de placenta (moederkoek).
een embryo van 7 weken oud. Het heeft een hart en bloedvaten. De embryo is ong 1 cm groot.



Op de plaats in de baarmoeder waar het embryo is ingenesteld, groeit de placenta (moederkoek).

Slide 17 - Slide

Na 3 maanden: embryo -> foetus (spreek uit: feutus)
  • Om de foetus heen zie je de vruchtvliezen.
  • De foetus ligt in vruchtwater.
  • Het vruchtwater beschermt de foetus tegen stoten, uitdroging en verandering van de temperatuur.

Na 3 maanden: embryo -> foetus (spreek uit: feutus)

Om de foetus heen zie je de vruchtvliezen.
De foetus ligt in vruchtwater.
Het vruchtwater beschermt de foetus tegen stoten, uitdroging en verandering van de temperatuur.

De foetus is ong 7,5 cm groot

Slide 18 - Slide

Tweelingen

Slide 19 - Slide

wat
Lezen en maken basisstof 2.4
Hoe
lees de tekst van basisstof 2.4
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3) docent
Tijd
 50 minuten
Klaar
Opdrachten af? 

Ga aan de slag met flitskaarten en test jezelf online

Niet af? --> huiswerk

timer
15:00

Slide 20 - Slide

Afsluiting

Slide 21 - Slide

Waarom kan het schadelijk zijn voor de embryo/ foetus om alcohol, nicotine, drugs en sommige geneesmiddelen tijdens de zwangerschap te gebruiken?

Slide 22 - Open question

Leg het verschil tussen een één-eiige tweeling en een twee-eiige tweeling uit.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video