What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
§2 Socialisatie
§2 Socialisatie
Boek: 2.1 en 2.2
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§2 Socialisatie
Boek: 2.1 en 2.2
Slide 1 - Slide
Planning
Uitleg aangeboren en aangeleerd gedrag
Uitleg socialisatie
Begrippenposter socialisatie
Werken aan taakwijzer
Slide 2 - Slide
Aangeboren of aangeleerd?
Slide 3 - Slide
Aangeboren kenmerken
Bijvoorbeeld
:
Talent
Verlegenheid
ADHD
Slide 4 - Slide
Aangeleerde kenmerken
Bijvoorbeeld:
Je eet met mes en vork.
Je komt op tijd in de les.
Je hebt respect voor anderen
Slide 5 - Slide
Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.
Je ... is vooral aangeleerd.
Welk woord of welke woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
taalgevoel
D
voetbaltalent
Slide 6 - Quiz
Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren spreken, omdat:
A
taal een aangeboren eigenschap is.
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Japans of Arabisch.
C
zij niet opgevoed zijn met de Chinese taal.
D
je een taal vooral onbewust aanleert.
Slide 7 - Quiz
Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het heel erg warm.
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier.
C
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Socialisatie
Het bewust of onbewust aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep of samenleving horen heet
socialisatie
Hierin zit het woord
sociaal
wat te maken heeft met hoe mensen met elkaar omgaan
Slide 10 - Slide
Waar vindt socialisatie plaats?
In het gezin.
Op school.
Door je vrienden.
Op sportclubs.
Op je werk.
Door je geloof.
Door media.
Door de overheid.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Socialisatie betekent dat mensen:
A
kenmerken van een groep aanleren.
B
allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
verschillende culturen leren kennen.
D
alle aangeboren eigenschappen afleren.
Slide 13 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken als waarden, normen en gewoonten.
2. Socialisatie gaat bewust en onbewust.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist
Slide 14 - Quiz
Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?
A
Vanaf 18 jaar, want dan ben je meerderjarig.
B
Vanaf vier jaar, want dan ga je naar school.
C
Vanaf de geboorte.
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat.
Slide 15 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten.
2. Socialisatie en cultuur staan los van elkaar.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist
Slide 16 - Quiz
Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag.
Welke is het belangrijkst voor kleine kinderen?
A
Het gezin
B
De media
C
Het geloof
D
School
Slide 17 - Quiz
Begrippenposter socialisatie maken.
Klaar? Werk dan verder aan je taakwijzer.
Slide 18 - Slide
Op welke manier vindt
socialisatie
plaats? (dus: op welke manieren leren we waarden en normen aan?)
Via informatie:
bv. hoe bak ik een ei?
Via imitatie:
onbewust iemand nadoen. Bv. scheldwoord overnemen.
Via ervaringen:
Bv. als je ooit je portemonnee bent verloren, zal je voortaan beter opletten.
Via experimenteren:
Bv. als je voor het eerst een tosti bakt en hij brandt aan, weet je dat je dat de volgende keer anders moet doen.
Slide 19 - Slide
Sociale controle
Als wij waarden en normen aangeleerd krijgen, vindt er
sociale controle
plaats: mensen letten erop of jij je wel houdt aan deze waarden en normen.
Bij sociale controle maken we gebruik van
sancties
: het belonen of straffen als je je niet (of juist wel) aan de waarden en normen houdt.
Bv. boete als je te hard rijdt = straf
Bv. voldoende voor je toets als je goed geleerd hebt = beloning
Slide 20 - Slide
Internalisatie
Als je je waarden en normen maar lang genoeg volhoudt, ontstaat er
internalisatie
: het automatisch uitvoeren van de aangeleerde waarden en normen.
Bv. handen wassen na het plassen, tandenpoetsen, etc.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Rolgedrag
Door socialisatie ontwikkelen we ook
rolgedrag
: gedrag dat je van iemand in een bepaalde situatie verwacht.
Bv. een verkoopster hoort vriendelijk te zijn.
We hebben allemaal verschillende rollen.
Bv. je bent docent, maar ook vader, broer, lid van een vereniging, klant in een winkel, etc.
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Rolbevestigend/ Roldoorbrekend
Op het moment dat je een rol aanneemt die iedereen van je verwacht heet dat
rolbevestigend
.
Bv. van een conciërge die je aanspreekt als je rommel maakt
Als je juist een rol aanneemt die niemand van je verwacht heet dat
roldoorbrekend
:
Bv. een trainer die liedjes gaat zingen met zijn groep
Slide 25 - Slide
Bij sociale controle:
A
letten mensen op hoe jij je gedraagt.
B
controleren mensen elkaars waarden.
C
verdedigt iedereen zijn belangen.
D
gaat het vooral om het afleren van aangeboren eigenschappen.
Slide 26 - Quiz
Een ander woord voor beloning en straf is …
Welk woord is weggelaten?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitatie
Slide 27 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Boodschappen doen voor je buren is een positieve sanctie.
2. Sancties hebben te maken met sociale controle.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 28 - Quiz
Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
een sanctie.
B
sociale controle.
C
imitatie
D
internalisatie
Slide 29 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als internalisatie heeft plaatsgevonden, is de socialisatie gelukt.
2. Als normen en waarden geïnternaliseerd zijn, ben je volwassen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 30 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een kind een ander kind nadoet, is er sprake van experimenteren.
2. Op de kleuterschool leren kinderen vooral door ervaringen nieuwe dingen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 31 - Quiz
Je identiteit is een combinatie van je ervaringen en je ...
Welk woord is of welke woorden zijn weggelaten?
A
aangeboren eigenschappen.
B
sociale controle.
C
aangeleerde eigenschappen.
D
kennis
Slide 32 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Met identiteit bedoelen we dat de internalisatie is afgerond.
2. Iemand zegt: “Ik ben gelovig.” Hij spreekt dan over zijn internalisatie.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 33 - Quiz
More lessons like this
2. Een leven lang leren
September 2016
- Lesson with
22 slides
by
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
Maatschappijleer
1. Hoe word je wie je bent?
September 2016
- Lesson with
20 slides
by
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
Maatschappijleer
1. Hoe word je wie je bent?
April 2018
- Lesson with
20 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
Les 7: Jongeren
March 2021
- Lesson with
17 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
2223-b-hfdst2-par2.2-leerling
October 2017
- Lesson with
25 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
Les 7: Jongeren
September 2022
- Lesson with
17 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
§2 Socialisatie
July 2023
- Lesson with
30 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Les 6: Jongeren
October 2024
- Lesson with
17 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3