This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Korte herhaling
Soorten intensieve landbouw
Opdracht
Slide 2 - Slide
Als je producten aan het buitenland verkoopt noem je dit:
A
Import
B
Export
Slide 3 - Quiz
Leg het begrip bruto nationaal product uit.
Slide 4 - Open question
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector
Slide 5 - Drag question
Soorten intensieve landbouw
De VS is een rijk land met een hoogopgeleide bevolking.
In de gebieden die geschikt zijn voor landbouw vind je vooral intensieve landbouw.
Wat hield dat ook alweer in?
Slide 6 - Slide
Soorten intensieve landbouw
Intensieve landbouw waar veel kennis en meestal weinig arbeiders voor nodig is noem je kapitaalintensief.
Slide 7 - Slide
Soorten intensieve landbouw
Landbouw waar je kapitaal, kennis en veel arbeiders voor nodig hebt noem je arbeidsintensief.
Ongeveer 25% van de landbouwproducten wordt in Central Valley geproduceerd. De grond is er vruchtbaar en er is een lang groeiseizoen. Er zijn hier veel arbeiders nodig.
Slide 8 - Slide
Soorten intensieve landbouw
Het oogsten en inpakken van producten wordt vooral gedaan door laaggeschoolde arbeiders.
De meeste komen uit Mexico. Ongeveer 60% werkt illegaal in de VS.
Slide 9 - Slide
Opdracht
Lees soorten intensieve landbouw op blz. 27 van je leerboek.
Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
Wat is een belangrijk voedselgewas in de VS?
Waar vind je intensieve rundveehouderijen en slachterijen?
Waarom vind je die juist op die plaats?
Ben je klaar? Maak opdracht 1, 2, 3 a,b,c,d in je werkboek op blz. 31.