Üben Kapitel 1 Grammatik sein havo/vwo

Grammatik Kapitel 1
Das Verb sein.
vmbo-tl/havo/vwo
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Grammatik Kapitel 1
Das Verb sein.
vmbo-tl/havo/vwo

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ich ....
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
wir ...
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
es ...
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ihr
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 5 - Quiz

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
zij (enkelvoud)

Slide 6 - Open question

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
jullie

Slide 7 - Open question

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
u

Slide 8 - Open question

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
hij

Slide 9 - Open question

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
zij (meervoud)

Slide 10 - Open question

ik ben
Vertalen in het Duits.

Slide 11 - Open question

zij is
Vertalen in het Duits.

Slide 12 - Open question

wij zijn
Vertalen in het Duits.

Slide 13 - Open question

Hans und Gretel sind krank (ziek).
... liegen im Bett. (... liggen in bed).
Vervang Hans en Gretel voor een persoonlijk vnw.

Slide 14 - Open question

Beantwoord de vraag:
Wat moet je nog leren voor de toets (betreft het werkwoord en/of het persoonlijke vnw)?

Slide 15 - Open question

Mein Name (zijn) .... Daniel
Zet werkwoord in juiste vorm in het Duits

Slide 16 - Open question

Der Junge und das Mädchen .... (zijn) befreundet.

Zet het werkwoord in de juiste vorm in het Duits.

Slide 17 - Open question

Frau Müller, (bent u) .... Niederländerin?

Zet werkwoord in juiste vorm Duits en vertaal persoonlijk voornaamwoord in het Duits.

Slide 18 - Open question