Zwaar hijgend komt de ram even na de middag bij de koning aan. Belijn, waar kom je vandaan, wat doe je met de tas van Reinaert? Van Maupertuus. Hij heeft me een brief meegegeven. Ik heb hem de inhoud min of meer gedicteerd. Alstublieft. De kapelaan overhandigt hem de tas. De koning doet hem open om de brief eruit te pakken. Zijn gezicht wordt asgrauw. Hij laat zien wat er werkelijk inzit. De kop van Cuwaert! brult de leeuw. De andere dieren schrikken ervan, ze hebben hun vorst nog nooit zo luid horen brullen. Firapeel het luipaard rent erheen en vraagt wat er in godsnaam aan de hand is. Is de koningin soms dood? Nobel schudt zijn hoofd en vertelt hoe hij door Reinaert belogen en bedrogen is. Waardoor hij trouwe dienaren als Izengrijn en Bruun zoveel schade heeft berokkend, dat het niet meer goed te maken lijkt.